Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Sofia-oblast (Bulgarije) op 5 april 2024 – „LUKOIL Bulgaria” EOOD, „LUKOIL Neftohim Burgas” AD / Komisia za zashtita na konkurentsiata

(Zaak C-245/24, LUKOIL Bulgaria en LUKOIL Neftohim Burgas)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Sofia-oblast

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: „LUKOIL Bulgaria” EOOD, „LUKOIL Neftohim Burgas” AD

Verwerende partij: Komisia za zashtita na konkurentsiata

Prejudiciële vragen

1.    Wanneer de nationale mededingingsautoriteit verschillende gedragingen heeft vastgesteld, waarvan sommige zijn aangemerkt als weigering van toegang tot een essentiële faciliteit en andere als een handelsbeperking, maar die zijn samengebracht in een algemene strategie van de onderneming, is het dan geoorloofd om één enkele inbreuk op artikel 102 VWEU vast te stellen of moeten afzonderlijke inbreuken worden vastgesteld, die worden gekwalificeerd als weigering van toegang tot een essentiële faciliteit of als handelsbeperking?

2.    Moet de mededingingsautoriteit de toepassing van de Bronner-toets met betrekking tot de vermeende inbreuk op artikel 102 VWEU in de vorm van een leveringsweigering (refusal to supply) uitsluiten in alle gevallen waarin de onderneming met een machtspositie met betrekking tot de essentiële infrastructuur (essential facility) overheidsmiddelen heeft ontvangen (op basis van een privatiseringsovereenkomst/concessie) of is een beoordeling vereist van het bedrag van de investering, de uitvoering van de privatiseringsovereenkomst/concessie (op basis waarvan de essentiële infrastructuur is verworven) en van de vraag of de investering is gedaan in verband met de uitvoering van de investeringsovereenkomst/concessie of op eigen initiatief?

2.1 Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord, is de eerbiediging van het evenredigheidsbeginsel, zoals dat naar voren komt in [punt 75 van] de richtsnoeren betreffende de handhavingsprioriteiten van de Commissie bij de toepassing van artikel 102 [...] VWEU (hoofdstuk [„IV.][D. Weigering tot levering en marginsqueeze”]), gewaarborgd in het geval van de toepassing van beperkende criteria die zijn vastgesteld op basis van het beginsel van „absolute noodzakelijkheid” voor de handhaving van de mededinging, met passende inachtneming van de belangen van de onderneming met een machtspositie, wanneer de onderneming met een machtspositie heeft geïnvesteerd in de essentiële infrastructuur (essential facility)?

____________