Language of document :

Beroep ingesteld op 26 april 2011 - Glaxo Group / BHIM - Farmodiética (ADVANCE)

(Zaak T-243/11)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Glaxo Group Ltd (Greenford, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: O. Benito, solicitor)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij voor de kamer van beroep: Farmodiética - Cosmética, Dietética e Produtos Farmacêuticos, Lda (Estarda de S.Marcos, Portugal)

Conclusies

de behandeling van de zaak schorsen totdat uitspraak is gedaan over een vordering tot nietigverklaring in Portugal, aangezien met deze vordering wordt opgekomen tegen de enige grond op basis waarvan gemeenschapsmerkaanvraag nr. 6472971 is afgewezen, en indien die vordering tot nietigverklaring wordt afgewezen;

de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 25 februari 2011 in zaak R 665/2010-4 vernietigen;

het Bureau en/of de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: Glaxo Group

Betrokken gemeenschapsmerk: het woordmerk "ADVANCE" voor waren van klasse 5 - gemeenschapsmerkaanvraag nr. 6472971

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Portugese inschrijving nr. 417744 van het beeldmerk "ADVANCIS CAPS MORE BIOAVAILABLE . MORE EFFECTIVE", voor waren van de klassen 3 en 5

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van de artikelen 8, lid 1, sub b, en 65, lid 2, van verordening nr. 207/2009, op grond dat de kamer van beroep (i) heeft geoordeeld dat verzoekster de beslissing van de oppositieafdeling van 25 februari 2010 niet ter discussie heeft gesteld wat de soortgelijkheid van de betrokken waren betreft, (ii) heeft geoordeeld dat er geen reden was om van de beslissing van de oppositieafdeling van 25 februari 2010 af te wijken wat de soortgelijkheid van de betrokken waren betreft, (iii) niet heeft onderzocht of de betrokken waren van klasse 3 en de betrokken waren van klasse 5 al dan niet soortgelijke waren betreffen, (iv) niet heeft uiteengezet waarom het van belang was om rekening ermee te houden hoe de tekens worden uitgesproken in het Engels, terwijl het relevante grondgebied Portugal is, (v) heeft geoordeeld dat de conflicterende merken fonetisch overeenstemmen, (vi) bij de vergelijking van de tekens onjuiste criteria heeft toegepast en daardoor ten onrechte heeft geoordeeld dat sprake was van gemiddelde overeenstemming, (vii) een onjuiste en onvolledige globale beoordeling van het gevaar voor verwarring heeft verricht.

____________