Language of document :

Beroep ingesteld op 11 september 2006 - Professional Golfers' Association / BHIM - Ladies Professional Golf Association (LPGA)

(Zaak T-248/06)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: The Professional Golfers' Association Limited (Sutton Coldfield, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: D. McFarland, barrister)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Ladies Professional Golf Association (Corporation) (Daytona Beach, VSA)

Conclusies

volledige vernietiging van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 11 juli 2006 in zaak R 1087/2005-2 wegens schending van de artikelen 73 en 74 van verordening nr. 40/94 van de Raad; en

terugwijzing van de zaak naar de kamer van beroep voor afdoening door de kamer in een andere samenstelling dan die van de kamer die de beslissing van 11 juli 2006 heeft genomen;

of, subsidiair, indien het Hof oordeelt dat de artikelen 73 en 74 van verordening nr. 40/94 van de Raad niet zijn geschonden,

herziening van de beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 11 juli 2006 in zaak R 1087/2005-2 en toewijzing van de vorderingen van The Professional Golfers' Association Limited;

en

verwijzing van verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: Ladies Professional Golf Association Corp.

Betrokken gemeenschapsmerk: beeldmerk "LPGA" voor waren en diensten van de klassen 25, 28 en 41 - aanvraag nr. 2 354 173

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekende partij

Oppositiemerk of -teken: communautair woordmerk "PGA" voor waren en diensten van de klassen 16, 25, 28, 37, 41 en 42

Beslissing van de oppositieafdeling: volledige afwijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: Schending van artikel 73 van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat geen van de partijen de mogelijkheid heeft gekregen, opmerkingen te maken bij de resultaten van de opzoekingen die de kamer van beroep op internet heeft gedaan.

Schending van artikel 74 van verordening nr. 40/94 doordat de kamer van beroep rekening heeft gehouden met feiten die niet door de partijen zijn aangevoerd of aangetoond, en geen rekening heeft gehouden met feiten, bewijsmiddelen en argumenten die door verzoekende partij naar behoren zijn aangevoerd.

____________