Language of document : ECLI:EU:T:2014:886





Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 16 oktober 2014 – Novartis/BHIM – Tenimenti Angelini (LINEX)

(Zaak T‑444/12)

„Gemeenschapsmerk – Oppositieprocedure – Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk LINEX – Ouder nationaal woordmerk LINES PERLA – Relatieve weigeringsgrond – Verwarringsgevaar – Artikel 76, lid 1, in fine, van verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009”

1.                     Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Beoordelingscriteria (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 19, 20, 65)

2.                     Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Ambtshalve onderzoek van de feiten – Oppositieprocedure – Onderzoek beperkt tot de aangevoerde feiten, bewijsmiddelen en argumenten – Inaanmerkingneming van bekende feiten (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 76, lid 1) (cf. punten 29, 30)

3.                     Procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Voorwaarden – Nieuw middel – Begrip (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48, lid 2, eerste alinea) (cf. punt 51)

4.                     Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van het gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door de houder van een gelijk of overeenstemmend ouder merk dat is ingeschreven voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten – Gevaar voor verwarring met het oudere merk – Woordmerken LINEX en LINES PERLA (Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 8, lid 1, sub b) (cf. punten 62‑64, 70)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 6 augustus 2012 (zaak R 414/2011‑4) inzake een oppositieprocedure tussen Tenimenti Angelini SpA en Novartis AG

Dictum

1)

De beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) van 6 augustus 2012 (zaak R 414/2011‑4) wordt vernietigd.

2)

Het BHIM zal zijn eigen kosten en die van verzoekster dragen.

3)

Interveniënte zal haar eigen kosten dragen.