Language of document :

Beroep ingesteld op 12 mei 2009 - Galileo International Technology / BHIM - Residencias Universitarias (GALILEO)

(Zaak T-188/09)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Galileo International Technology LLC (Bridgetown, Barbados) (vertegenwoordigers: M. Blair en K. Gilbert, solicitors)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Residencias Universitarias, SA (Valencia, Spanje)

Conclusies

vernietiging van de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 19 februari 2009 in zaak R 471/2005-4; en

verwijzing van het BHIM en van de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep in hun eigen kosten en in die van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk "GALILEO" voor waren en diensten van de klassen 9, 39, 41 en 42

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Oppositiemerk of -teken: Spaans beeldmerk "GALILEO GALILEI", ingeschreven voor diensten van de klassen 39, 41 en 42 respectievelijk

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad (thans artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad) doordat de kamer van beroep volgens artikel 63, lid 2, van verordening nr. 40/94 van de Raad (thans artikel 65, lid 2, van verordening nr. 207/2009 van de Raad) een procedurefout heeft gemaakt door de zaak niet naar de oppositieafdeling terug te wijzen; schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 van de Raad doordat de kamer van beroep niet ter dege heeft onderzocht of er verwarringsgevaar bestaat, en ten onrechte tot de conclusie is gekomen dat verzoekster de redenering van de oppositieafdeling op dit punt helemaal niet heeft bestreden; de kamer van beroep heeft een onjuiste beoordeling van de overeenstemming en van het gevaar voor verwarring van de betrokken merken gemaakt en heeft haar bevindingen niet afdoende gemotiveerd.

____________