Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Sofia-oblast (Bulgarije) op 15 april 2024 – „LUKOIL Bulgaria” EOOD/Komisia za zashtita na konkurentsiata

(Zaak C-260/24, LUKOIL Bulgaria)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Sofia-oblast

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: „LUKOIL Bulgaria” EOOD

Verwerende partij: Komisia za zashtita na konkurentsiata

Prejudiciële vragen

Moeten artikel 102 VWEU alsook de beginselen van de eerbiediging van de rechten van de verdediging, van rechtszekerheid en van bescherming van het gewettigd vertrouwen, met inbegrip van het vermoeden van onschuld, aldus worden uitgelegd dat de relevante markt (de markt waarop de inbreuk is gepleegd) in het geval van een onrechtmatige prijssqueeze uit twee verticale markten bestaat, namelijk de stroomopwaartse markt (upstreammarkt) en de stroomafwaartse markt (downstreammarkt), en dat de mededingingsautoriteit juist met betrekking tot deze beide relevante markten verplicht is om bij de formulering van haar klacht en van haar definitieve administratieve besluit de feitelijke gegevens vast te stellen betreffende de omvang van de relevante markten, de daarop aanwezige marktdeelnemers en de marktaandelen van deze deelnemers, met inbegrip van de desbetreffende marktaandelen van de onderneming die door haar wordt geacht een machtspositie in te nemen?

Moet artikel 102 VWEU, gelezen in samenhang met de beginselen van de eerbiediging van de rechten van de verdediging, van rechtszekerheid en van bescherming van het gewettigd vertrouwen, met inbegrip van het vermoeden van onschuld, aldus worden uitgelegd dat het in het kader van een procedure op grond van artikel 102 VWEU niet toestaat dat in een en dezelfde binnenlandse productmarkt producten worden opgenomen die aan de vraag- noch aan de aanbodzijde substitueerbaar zijn, zoals de KZK in de onderhavige procedure heeft gedaan door de brandstoffen diesel en benzine 95 in één enkele productmarkt voor brandstoffen op te nemen?

Indien het is toegestaan om producten die aan de vraag- noch aan de aanbodzijde substitueerbaar zijn, in één enkele binnenlandse productmarkt op te nemen, is het dan toegestaan om de derde belangrijkste brandstof op deze binnenlandse markt, namelijk propaan/butaan (LPG), die op die markt een even groot marktaandeel heeft als benzine, niet in de productmarkt voor brandstoffen op te nemen?

____________