Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 3 april 2024 door de Europese Commissie tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer – uitgebreid) van 24 januari 2024 in zaak T-409/21, Bondsrepubliek Duitsland/Europese Commissie

(Zaak C-242/24 P)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Bouchagiar, C.-M. Carrega, C. Kovács, gemachtigden)

Andere partij in de procedure: Bondsrepubliek Duitsland

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht (Achtste kamer - uitgebreid) van 24 januari 2024 in zaak T-409/21, Duitsland/Commissie, te vernietigen;

het beroep in eerste aanleg ongegrond te verklaren;

subsidiair, het arrest van het Gerecht van 24 januari 2024 in zaak T-409/21, Duitsland/Commissie, te vernietigen voor zover het betrekking heeft op de maatregelen genoemd in punt 198, onder a) tot en met d), van besluit C(2021)3918 final van de Commissie van 3 juni 2021 betreffende steunmaatregel SA.56826 (2020/N) – Duitsland – Hervorming 2020 van de steunregeling voor warmte-krachtkoppeling en steunmaatregel SA.53308 (2019/N) – Duitsland – Wijziging van de steunregeling voor bestaande warmte-krachtcentrales (§ 13 KWKG);

subsidiair, het beroep in eerste aanleg ongegrond te verklaren voor zover het betrekking heeft op de maatregelen genoemd in punt 198, onder a) tot en met d), van besluit C(2021)3918 final van de Commissie van 3 juni 2021 betreffende steunmaatregel SA.56826 (2020/N) – Duitsland – Hervorming 2020 van de steunregeling voor warmte-krachtkoppeling en steunmaatregel SA.53308 (2019/N) - Duitsland - Wijziging van de steunregeling voor bestaande warmte-krachtcentrales (§ 13 KWKG);

de Bondsrepubliek Duitsland te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert rekwirante één middel aan.

Met haar enige middel betoogt rekwirante dat het Gerecht bij de uitlegging van het begrip „staatsmiddelen” met het oog op de kwalificatie van een maatregel als steun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.

Ten eerste stelt rekwirante, in het kader van haar enige middel, dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door ervan uit te gaan dat het dragen van de financiële lasten van de steunmaatregelen voor warmtekrachtkoppeling door de distributienetbeheerders geen belasting of andere verplichte heffing in de zin van de rechtspraak van het Hof vormt.

Ten tweede stelt rekwirante, in het kader van haar enige middel, dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat het arrest van het Hof in de zaak PreussenElektra1 niet beperkt is tot de gevallen waarin de staat intervenieert in verband met de prijsstelling van een transactie – door middel van marktprijsregulering zoals de vaststelling van minimumprijzen of gereguleerde prijzen of minimumaankoophoeveelheden – maar ook situaties omvat waarin de staat rechtstreekse betalingsverplichtingen tussen particulieren oplegt zonder enige onderliggende transactierelatie.

____________

1 Zaak C-379/98 (EU:C:2001:160).