Language of document :

Arrest van het Gerecht van 12 juni 2013 – HTTS/Raad

(Zaken T-128/12 en T-182/12)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Kennelijke beoordelingsfout”)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping GmbH (Hamburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: J. Kienzle, M. Schlingmann et F. Lautenschlager, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Bishop, Z. Kupčová en F. Naert, vervolgens M. Bishop en Z. Kupčová, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij (zaak T-182/12): Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: aanvankelijk J. Möller, T. Henze en N. Graf Vitzthum, vervolgens J. Möller en T. Henze, gemachtigden)

Voorwerp

In zaak T-128/12, nietigverklaring van besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 19, blz. 22), voor zover daarbij verzoekster om nieuwe redenen is opgenomen in bijlage II bij besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 195, blz. 39), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2012 van de Raad van 23 januari 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 19, blz. 1), voor zover daarbij verzoekster om nieuwe redenen is opgenomen in bijlage VIII bij verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), en in zaak T-182/12, nietigverklaring van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), voor zover daarbij verzoeksters naam is gehandhaafd op de lijst van personen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden zijn bevroren

Dictum

De zaken T-128/12 en T-182/12 worden gevoegd voor het arrest.

In zaak T-128/12 behoeft niet meer te worden beslist op het beroep tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 54/2012 van de Raad van 23 januari 2012 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran, voor zover zij HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping GmbH betreft.

Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, wordt nietig verklaard voor zover daarbij HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping wordt opgenomen in bijlage II bij besluit 2010/413.

Bijlage IX bij verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010, wordt nietig verklaard voor zover zij HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping betreft.

De gevolgen van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, zoals gewijzigd bij besluit 2012/35, worden gehandhaafd wat HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping betreft, vanaf de inwerkingtreding ervan, zijnde op de twintigste dag volgende op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, totdat de gedeeltelijke nietigverklaring van verordening nr. 267/2012 effect sorteert.

De Raad van de Europese Unie draagt, naast zijn eigen kosten, die van HTTS Hanseatic Trade Trust & Shipping.

De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten.

____________

1     PB C 157 van 2.6.2012.