Language of document :

Beroep ingesteld op 24 september 2010 - ClientEarth/Raad

(Zaak T-452/10)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: ClientEarth (Londen, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordiger: S. Hockman QC, Barrister)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

vaststellen dat verweerder verordening (EG) nr. 1049/20011 heeft geschonden;

vaststellen dat de Raad artikel 294, lid 6, VWEU heeft geschonden door het Europees Parlement niet ten volle in kennis te stellen van de redenen voor het vaststellen van zijn standpunt in eerste lezing;

nietig verklaren het besluit van 26 juli 2010 (ref. 15/c/01/10) waarbij de Raad een afwijzend antwoord in de zin van artikel 8, lid 3, van verordening (EG) 1049/2001 heeft gegeven en geen inzage heeft verleend in document nr. 6865/09;

verweerder te gelasten, toegang te geven tot het gevraagde document; en

verweerder overeenkomstig artikel 87 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht te verwijzen in de kosten van verzoekster, daaronder begrepen de kosten van de interveniërende partijen.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep vordert verzoekster op grond van artikel 263 VWEU nietigverklaring van het besluit van de Raad van 26 juli 2010 houdende weigering om verzoekster toegang te geven tot document nr. 6865/09, dat een advies van de juridische dienst van verweerder over het voorstel van de Commissie tot herziening van verordening (EG) nr. 1049/2001 en inzonderheid over de door het Europees Parlement in het Cashman-verslag bepleite amendementen bevat.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan.

Allereerst schendt het bestreden besluit artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 en artikel 294, lid 6, VWEU. De gevraagde openbaarmaking van het juridisch advies zou niet leiden tot ondermijning van de bescherming van juridisch advies en evenmin tot ondermijning van het belang van de Raad bij het vragen en krijgen van openhartig, objectief en volledig juridisch advies. De eerste lezing is een fase van de wetgevingsprocedure waarin volgens verzoekster het juridisch advies over de aanvaardbaarheid van de door het Europees Parlement voorgestelde amendementen openbaar dient te worden gemaakt.

Ten tweede schendt het bestreden besluit artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001. Artikel 4, lid 3, is niet van toepassing op de bescherming van juridisch advies. Zelfs indien dit het geval zou zijn, zou de gevraagde openbaarmaking van het advies het besluitvormingsproces van de Raad niet ernstig ondermijnen. Openbaarmaking zou evenmin leiden tot ondermijning van de mogelijkheid voor de juridische dienst om het standpunt van de Raad zonder enige invloed van buitenaf voor een rechterlijke instantie te verdedigen en van de onafhankelijkheid van de juridische dienst van de Raad, en zou evenmin de interne discussie binnen de Raad over de door het Parlement voorgestelde amendementen belemmeren.

Verder schendt het bestreden besluit artikel 4, lid 2, laatste streepje, en lid 3 van verordening (EG) nr. 1049/2001, omdat niet is nagegaan of een hoger openbaar belang openbaarmaking gebiedt en omdat de weigering niet omstandig is gemotiveerd. De Raad heeft de bescherming van juridisch advies niet afgewogen tegen het openbaar belang bij toegang tot het document gelet op de voordelen die een grotere openheid meebrengt, en op het feit dat de gevraagde toegang tot het advies de burgers in staat zou stellen intensiever deel te nemen aan de herziening van verordening (EG) nr. 1049/2001, die het grote publiek raakt aangezien zij de grondslag biedt voor de uitoefening van het recht van toegang tot documenten van de instellingen van de EU.

Ten slotte schendt het bestreden besluit artikel 4, lid 6, van verordening (EG) nr. 1049/2001 voor zover geen gedeeltelijke toegang tot het gevraagde document is gegeven.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).