Language of document : ECLI:EU:T:2012:537





Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 11 oktober 2012 – Novatex/Raad

(Zaak T‑556/10)

„Subsidies – Invoer van bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en Verenigde Arabische Emiraten – Definitief compenserend recht en definitieve inning van voorlopig recht – Artikel 3, leden 1 en 2, artikel 6, sub b, en artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 597/2009”

1.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Beoordelingsvrijheid van instellingen – Rechterlijke toetsing – Grenzen (Verordening nr. 597/2009 van de Raad) (cf. punt 35)

2.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Subsidie – Financiële bijstand van overheid van land van herkomst of export – Algemene belastingregeling – In aanmerking te nemen elementen voor vergelijking van fiscale behandeling van inkomsten uit binnenlandse verkoop en verkoop voor export (Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen uit 1994, art. 1, lid 1, sub a‑ii; verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 2 tot en met 4) (cf. punten 36, 40‑43)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Subsidie – Financiële bijstand van overheid van land van herkomst of export – Begrip – Belastingregeling met lager belastingtarief voor winst uit export dan voor winst uit binnenlandse verkoop – Daaronder begrepen (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 3, lid 1, sub a‑ii) (cf. punten 56‑58, 63, 65)

4.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Verloop van onderzoek – Bevoegdheden van de Commissie – Grenzen – Samenwerkingsplicht voor in klant genoemde ondernemingen – Omvang (Verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 11, lid 2, en 26) (cf. punten 81, 87)

5.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen subsidiepraktijken van derde staten – Subsidie – Door overheid toegekende lening – Bestaan van door overheid toegekend voordeel – Voorwaarden (Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen uit 1994, art. 14, sub b; verordening nr. 597/2009 van de Raad, art. 3, lid 2, en 6, sub b) (cf. punten 119, 124‑126)

6.                     Beroep tot nietigverklaring – Bevoegdheid van de Unierechter – Herzieningsbevoegdheid – Daarvan uitgesloten (Art. 264 VWEU) (cf. punten 152‑154)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 857/2010 van de Raad van 27 september 2010 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten (PB L 254, blz. 10), voor zover zij betrekking heeft op verzoekster

Dictum

1)

Artikel 1 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 857/2010 van de Raad van 27 september 2010 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald polyethyleentereftalaat van oorsprong uit Iran, Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten wordt nietig verklaard voor zover het betrekking heeft op Novatex Ltd en voor zover het definitief compenserend recht voor de invoer van bepaald polyethyleentereftalaat in de Europese Unie hoger is dan het recht dat van toepassing zou zijn indien er geen vergissing was gemaakt ten aanzien van het in lijn 74 van de aangifte van inkomsten voor het aanslagjaar 2008 vermelde bedrag.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede 50 % van de kosten van Novatex. Novatex draagt 50 % van haar eigen kosten. De Europese Commissie draagt haar eigen kosten.