Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 4 augustus 2009 door Luigi Marcuccio tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 20 mei 2009 in zaak F-73/08, Marcuccio / Commissie

(Zaak T-311/09 P)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirant: Luigi Marcuccio (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

In elk geval:

de bestreden beschikking volledig vernietigen;

het beroep in eerste aanleg volledig ontvankelijk verklaren.

Primair

het besluit van de verwerende partij tot afwijzing van het verzoek van 27 juni 2007 nietig verklaren;

het besluit van de verwerende partij tot afwijzing van het verzoek van 29 juni 2007 nietig verklaren;

het besluit van de verwerende partij tot afwijzing van het verzoek van 30 juni 2007 nietig verklaren;

het besluit van de verwerende partij tot afwijzing van het verzoek van 2 juli 2007 nietig verklaren;

voor zover nodig, de door de heer Bernhard Jansen ondertekende nota van 29 april 2008 nietig verklaren;

zoals in het beroep in eerste aanleg gespecificeerd, de Commissie veroordelen tot betaling aan rekwirant van het bedrag van 4 747,29 EUR dan wel elk hoger of lager bedrag dat het Gerecht redelijk en billijk zal achten, met betaling, vanaf 7 november 2007, van een jaarlijkse rente van 10 % en met jaarlijkse kapitalisatie, dan wel met de kapitalisatie en de dies a quo die het Gerecht redelijk zal achten;

de Commissie veroordelen tot betaling aan rekwirant van alle proceskosten die hij in verband met de onderhavige zaak tot op heden heeft gemaakt.

Subsidiair

de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken zodat het zich opnieuw over de zaak uitspreekt.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze hogere voorziening is gericht tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 20 mei 2009 in zaak F-73/08, waarbij ten dele niet-ontvankelijk en ten dele ongegrond is verklaard een beroep strekkende tot nietigverklaring van het besluit van de verwerende partij om geen gevolg te geven aan het verzoek van rekwirant om vergoeding tegen het normale tarief alsmede aan zijn verzoek om een "aanvullende" vergoeding, dat wil zeggen 100 %, van bepaalde ziektekosten.

Tot staving van de hogere voorziening beroept rekwirant zich op schending van het begrip motivering van een gemeenschapsbesluit, van het begrip voor beroep vatbaar besluit, van het beginsel van het gezag van gewijsde, van het beginsel van de scheiding der machten alsmede van de rechtspraak over de gevolgen van de nietigverklaring door de gemeenschapsrechter van een besluit van een gemeenschapsinstelling.

Voorts stelt hij dat er sprake is van schending van de begrippen litispendentie en bevestigend besluit alsmede van de bepalingen over de vaststelling van de gerechtskosten.

____________