Language of document : ECLI:EU:C:2020:202


 


 



Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 maart 2020 – Commissie/Italië (Onrechtmatige steun die is verleend aan de hotelsector in Sardinië)

(Zaak C-576/18) (1)

„Niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin een niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-uitvoering – Terugvordering van de onrechtmatige steun die is verleend aan de hotelsector in Sardinië – Artikel 260, lid 2, VWEU – Financiële sancties – Dwangsom en forfaitaire som”

1.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Termijn voor uitvoering – Referentiedatum voor de beoordeling van het bestaan van de niet-nakoming – Datum waarop de termijn verstrijkt die in de aanmaningsbrief is gesteld

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 88, 89)

2.      Beroep wegens niet-nakoming – Niet-nakoming van de verplichting om de onrechtmatige steun terug te vorderen – Verweermiddelen – Volstrekte onmogelijkheid van uitvoering – Volstrekte onmogelijkheid van uitvoering die niet kan voortvloeien uit een door de nationale rechter gelaste opschorting van de tenuitvoerlegging

(Art. 260 VWEU)

(zie punten 101-105)

3.      Beroep wegens niet-nakoming – Niet-nakoming van de verplichting om de onrechtmatige steun terug te vorderen – Verweermiddelen – Gewettigd vertrouwen van de begunstigden – Daarvan uitgesloten

(Art. 108 VWEU)

(zie punt 106)

4.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Doel – Keuze van de passende sanctie – Factoren die in aanmerking moeten worden genomen – Beoordelingsbevoegdheid van het Hof – Cumulatie van sancties – Toelaatbaarheid

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 134-136, 163)

5.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Dwangsom – Veroordeling tot betaling – Voorwaarde – Voortbestaan van de niet-nakoming tot aan het onderzoek van de feiten door het Hof

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 137-146)

6.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Dwangsom – Vaststelling van de vorm en van het bedrag – Beoordelingsbevoegdheid van het Hof – Criteria

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 147-149)

7.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Dwangsom – Vaststelling van het bedrag – Criteria – Ernst van de inbreuk – Verzuim om met de interne markt onverenigbare steun terug te vorderen – Centrale plaats van de Verdragsbepalingen inzake staatssteun – Verzachtende omstandigheid – Door de Commissie aanvaard plan tot gefaseerde inning van de steun

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 150-155)

8.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Dwangsom – Vaststelling van het bedrag – Criteria – Duur van de inbreuk – Beoordeling op de datum van onderzoek van de feiten door het Hof

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 156, 157)

9.      Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Dwangsom – Vaststelling van het bedrag – Criteria – Draagkracht – Beoordeling op de datum van onderzoek van de feiten door het Hof

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 158, 159)

10.    Beroep wegens niet-nakoming – Arrest van het Hof waarin de niet-nakoming wordt vastgesteld – Niet-nakoming van de verplichting om het arrest uit te voeren – Financiële sancties – Oplegging van een forfaitaire som – Beoordelingsbevoegdheid van het Hof – Beoordelingscriteria – Daadwerkelijk voorkomen dat soortgelijke inbreuken zich in de toekomst zullen herhalen

(Art. 260, lid 2, VWEU)

(zie punten 164-167)

Dictum

1)

De Italiaanse Republiek is de krachtens artikel 260, lid 1, VWEU op haar rustende verplichtingen niet nagekomen doordat zij op de datum van het verstrijken van de termijn die in de aanmaningsbrief van de Europese Commissie van 11 juli 2014 is vastgesteld, niet alle maatregelen heeft genomen die nodig zijn ter uitvoering van het arrest van 29 maart 2012, Commissie/Italië (C-243/10, niet gepubliceerd, EU:C:2012:182).

2)

De Italiaanse Republiek wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van een dwangsom van 80 000 EUR per dag vanaf de uitspraak van dit arrest tot de dag van volledige uitvoering van het arrest van 29 maart 2012, Commissie/Italië (C-243/10, niet gepubliceerd, EU:C:2012:182).

3)

De Italiaanse Republiek wordt veroordeeld tot betaling aan de Europese Commissie van een forfaitaire som van 7 500 000 EUR.

4)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.


1 PB C 399 van 5.11.2018.