Language of document :

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 8 november 2012 - Europese Commissie / Helleense Republiek

(Zaak C-528/10)

(Niet-nakoming - Vervoer - Ontwikkeling van spoorwegen in Gemeenschap - Richtlijn 2001/14/EG - Artikelen 6, leden 2 tot en met 5, en 11 - Spoorweginfrastructuurcapaciteit en heffing van rechten voor gebruik van spoorweginfrastructuur - Toezichthoudende instantie - Niet-uitvoering binnen gestelde termijn)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Zavvos en H. Støvlbæk, gemachtigden)

Verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordiger: S. Chala, gemachtigde)

Interveniëntes aan de zijde van verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek, T. Müller en J. Očková, gemachtigden),

Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: G. Palmieri, gemachtigde, bijgestaan door S. Fiorentino, avvoccato dello Stato)

Voorwerp

Niet-nakoming - Schending van de artikelen 6, leden 2 en 5, en 11 van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering (PB L 75, blz. 29)

Dictum

Door niet binnen de gestelde termijn de nodige maatregelen te hebben getroffen, met name met betrekking tot de vergoedingseenheden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur bedoeld in de artikelen 6, leden 2 tot en met 5, en 11 van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering, zoals gewijzigd bij richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007, is de Helleense Republiek de krachtens deze artikelen op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.

De Tsjechische Republiek en de Italiaanse Republiek dragen hun eigen kosten.

____________

1 - PB C 30 van 29.1.2011.