Beschikking van het Gerecht (Zesde kamer) van 13 december 2018 –
Scandlines Danmark en Scandlines Deutschland/Commissie
(Zaak T‑891/16)
„Beroep wegens nalaten – Staatssteun – Openbare financiering van de Fehmarnbelt vaste spoor- en wegverbinding – Individuele steun – Standpuntbepaling van de Commissie – Niet-ontvankelijkheid”
Beroep wegens nalaten – Standpuntbepaling in de zin van artikel 265, tweede alinea, VWEU vóór de instelling van het beroep – Niet-ontvankelijkheid
(Art. 265 VWEU; verordening 2015/1589 van de Raad, art. 24, lid 2, tweede alinea)
(zie punten 46‑50, 55)
Voorwerp
| Verzoek krachtens artikel 265 VWEU tot vaststelling dat de Commissie ten onrechte heeft verzuimd een standpunt in te nemen over de steunmaatregelen met betrekking tot de financiering van de planning, bouw en exploitatie van de Fehmarnbelt vaste spoor-en wegverbinding |
Dictum
1) | | Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. |
2) | | Scandlines Danmark ApS en Scandlines Deutschland GmbH worden verwezen in hun eigen kosten alsmede die van de Europese Commissie. |
3) | | Het Koninkrijk Denemarken draagt zijn eigen kosten. |