Language of document :

Corrigendum op de mededeling in het Publicatieblad in zaak T-475/08 P

("Publicatieblad van de Europese Unie" C 69 van 21 maart 2009, blz. 40)

De correcte tekst van de mededeling in het PB in zaak T-475/08 P, Duta / Hof van Justitie luidt als volgt:

"Hogere voorziening ingesteld op 29 oktober 2008 door Radu Duta tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 september 2008 in zaak F-103/07, Duta / Hof van Justitie

(Zaak T-475/08 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirant: Radu Duta (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordiger: F. Krieg, advocaat)

Andere partij bij de procedure: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de hogere voorziening ontvankelijk verklaren;

de hogere voorziening gegrond verklaren;

dientengevolge, het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie van 4 september 2008 herzien en rekwirants beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

dientengevolge, de litigieuze besluiten nietig verklaren;

voor zover nodig, de zaak aan het bevoegde gezag voorleggen voor een beslissing overeenkomstig het te wijzen arrest;

de verwerende partij veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van 1 100 000 EUR (één miljoen honderdduizend euro);

voor zover nodig, een expertise gelasten teneinde de door rekwirant geleden schade te berekenen;

de verwerende partij verwijzen in alle kosten;

rekwirant akte verlenen dat hij uitdrukkelijk verwijst naar zijn vorderingen in eerste aanleg die bij het verzoekschrift in hogere voorziening zijn gevoegd en worden geacht daarvan integrerend deel uit te maken;

voor het overige, rekwirant akte verlenen dat hij zich alle verschuldigde bedragen, rechten, middelen en vorderingen voorbehoudt en met name het recht om de zaak voor te leggen aan het Europees Hof voor de rechten van de mens.

Middelen en voornaamste argumenten

Met deze hogere voorziening vordert rekwirant vernietiging van het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 september 2008 in de zaak Duta/Hof van Justitie, F-103/07, waarbij niet-ontvankelijk is verklaard zijn beroep strekkende tot, enerzijds, nietigverklaring van het memorandum waarbij hem was meegedeeld dat hem geen ambt van referendaris zou worden aangeboden en, anderzijds, vergoeding van de beweerdelijk geleden schade.

Ter onderbouwing van de hogere voorziening betoogt rekwirant om te beginnen dat inbreuk is gemaakt op zijn recht op een eerlijk proces, voorzien in artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, wegens de structurele partijdigheid van het Gerecht van eerste aanleg en het feit dat leden van het Gerecht van eerste aanleg en de personen die de voor het Gerecht voor ambtenarenzaken bestreden besluiten hebben vastgesteld, elkaar persoonlijk kennen. Voorts verwijst rekwirant naar de argumenten en middelen die hij tijdens de procedure in eerste aanleg heeft ontwikkeld, namelijk onder meer schending van de beginselen van transparantie, goede trouw en gelijke behandeling.

Overigens is rekwirant ervan overtuigd dat hij alleen zijn recht zal kunnen halen bij een rechterlijke instantie die echt afhankelijk is van zijn tegenpartij, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, en behoudt hij zich het recht voor om de zaak aanhangig te maken bij het Europees Hof voor de rechten van de mens."

____________