Language of document :

Arrest van het Gerecht van 24 januari 2024 – Duitsland/Commissie

(Zaak T-409/21)1

(„Staatssteun – Steun die is toegekend bij een aantal bepalingen van de gewijzigde Duitse wet betreffende warmte-krachtkoppeling – Hervorming van de steunregeling voor warmte-krachtkoppeling – Besluit waarbij steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Begrip ‚staatssteun’ – Overheidsmiddelen”)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: J. Möller en R. Kanitz, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Bouchagiar, C. Kovács en C.-M. Carrega, gemachtigden)

Voorwerp

Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert de Bondsrepubliek Duitsland de nietigverklaring van besluit C(2021) 3918 final van de Commissie van 3 juni 2021 betreffende steunmaatregel SA.56826 (2020/N) – Duitsland – Hervorming 2020 van de steunregeling voor warmte-krachtkoppeling, en steunmaatregel SA.53308 (2019/N) – Duitsland – Wijziging van de steunregeling voor bestaande warmte-krachtcentrales [§ 13 van het Gesetz zur Neuregelung des Kraft-Wärme-Kopplungsgesetzes (wet tot nieuwe regeling van de wet betreffende warmte-krachtkoppeling) van 21 december 2015 (BGBl. 2015 I, blz. 2498; hierna: „KWKG 2016”)] (hierna: „bestreden besluit”), waarbij de Commissie vaststelt dat verschillende maatregelen (hierna: „betrokken maatregelen”) tot ondersteuning van elektriciteitsproductie door warmte-krachtcentrales (combined heat and power; hierna: „CHP”) staatssteun vormen.

Dictum

Besluit C(2021) 3918 final van de Commissie van 3 juni 2021 betreffende steunmaatregel SA.56826 (2020/N) – Duitsland – Hervorming 2020 van de steunregeling voor warmte-krachtkoppeling, en steunmaatregel SA.53308 (2019/N) – Duitsland – Wijziging van de steunregeling voor bestaande warmte-krachtcentrales [§ 13 van het Gesetz zur Neuregelung des Kraft-Wärme-Kopplungsgesetzes (wet tot nieuwe regeling van de wet betreffende warmte-krachtkoppeling) van 21 december 2015 (BGBl. 2015 I, blz. 2498)], wordt nietig verklaard.

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.

____________

1     PB C 368 van 13.9.2021.