Language of document :

Hogere voorziening ingesteld op 19 september 2023 door Cunsorziu di i Salamaghji Corsi - Consortium des Charcutiers Corses e.a. tegen het arrest van het Gerecht (Tiende kamer - uitgebreid) van 12 juli 2023 in zaak T-34/22

(Zaak C-579/23 P)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirantes: Cunsorziu di i Salamaghji Corsi - Consortium des Charcutiers Corses e.a. (vertegenwoordigers: T. de Haan, advocaat, en V. Le Meur-Baudry, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

Rekwirantes verzoeken het Hof:

het arrest van het Gerecht van de Europese Unie (Tweede kamer – uitgebreid) van 12 juli 2023 in zaak T-34/22 te vernietigen,

uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1879 van de Commissie van 26 oktober 2021 tot afwijzing van drie aanvragen tot bescherming van een naam als geografische aanduiding overeenkomstig artikel 52, lid 1, van verordening (EU) nr. 1151/20121 (hierna: „BOB-BGA-verordening”) [„Jambon sec de l’Île de Beauté” (BGA), „Lonzo de l’Île de Beauté” (BGA), „Coppa de l’Île de Beauté” (BGA)] nietig te verklaren;

de Europese Commissie te verwijzen in haar eigen kosten en in de kosten die rekwirantes zijn opgekomen, zowel in de procedure in eerste aanleg in zaak T-34/22 als in hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun hogere voorziening voeren rekwirantes de volgende middelen aan:

Schending van de artikelen 7 en 13 van de BOB-BGA-verordening doordat het Gerecht het voor de Commissie mogelijk maakt om een inschrijvingsaanvraag af te wijzen op grond van artikel 13.

Schending van de artikelen 49, 50 en 52 van de BOB-BGA-verordening doordat het Gerecht de Commissie toestaat haar bevoegdheden te overschrijden.

Schending van artikel 50 van de BOB-BGA-verordening alsook van het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur doordat het Gerecht heeft geoordeeld dat de Commissie niet verplicht is rekening te houden met alle gegevens van het dossier en de beoordelingen van de nationale autoriteiten en van de Conseil d’État naast zich heeft kunnen neerleggen.

Schending van de artikelen 7 en 13 van de BOB-BGA-verordening en niet-nakoming van zijn motivatieplicht in het kader van de beoordeling die het Gerecht heeft gemaakt.

____________

1     Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB 2012, L 343, blz. 1)