Language of document :

Beroep ingesteld op 22 december 2023 – Illumina / Commissie

(Zaak T-1190/23)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Illumina, Inc. (Wilmington, Delaware, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: F. González Díaz, M. Siragusa, T. Spolidoro, F. Dewald, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

besluit C(2023) 6737 final van de Commissie van 12 oktober 2023 waarbij krachtens artikel 8, lid 4, onder a), van verordening nr. 139/2004 van de Raad maatregelen zijn gelast om de situatie van vóór de concentratie te herstellen (Zaak M.10939 ILLUMINA / GRAIL [Herstelmaatregelen krachtens artikel 8, lid 4, onder a)]) geheel of gedeeltelijk nietig te verklaren;

de Commissie te verwijzen in haar eigen kosten en die van de verzoekster in verband met de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.

Eerste middel: het besluit is onrechtmatig aangezien er niet is voldaan aan de voorwaarden om een herstelmaatregel krachtens artikel 8, lid 4 van verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad1 vast te stellen.

Tweede middel: het besluit bevat juridische en feitelijke onjuistheden en een onjuiste beoordeling, is in strijd met het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling, is niet gemotiveerd en gaat voorbij aan het recht van Illumina om te worden gehoord waar het op onrechtmatige wijze herstelmaatregelen zonder desinvestering of een desinvestering zonder volledige verkoop afwijst.

Derde middel: het besluit is in strijd met Illumina’s grondrecht op eigendom, bevat juridische en feitelijke onjuistheden en een onjuiste beoordeling en is in strijd met het evenredigheidsbeginsel met betrekking tot de financiële verplichtingen van Illumina na desinvestering.

Vierde middel: de verplichtingen van het besluit met betrekking tot contingent value rights [aan aandeelhouders toegezegde rechten] bevatten juridische en feitelijke onjuistheden en een onjuiste beoordeling, zijn in strijd met het evenredigheidsbeginsel en zijn niet gemotiveerd.

Vijfde middel: het besluit is in strijd met het evenredigheidsbeginsel en Illumina’s grondrecht op eigendom met betrekking tot de benoeming en het mandaat van de met de desinvestering belaste trustee.

Zesde middel: het besluit bevat juridische en feitelijke onjuistheden en een onjuiste beoordeling en is in strijd met het evenredigheidsbeginsel met betrekking tot de periode van desinvestering.

Zevende middel: het besluit bevat juridische en feitelijke onjuistheden en een onjuiste beoordeling, is in strijd met het evenredigheidsbeginsel, is niet gemotiveerd en is in strijd met Illumina’s rechten van verdediging met betrekking tot de verplichte overgangsmaatregelen.

____________

1 Verordening (EG) nr. 139/2004 van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB 2004 L 24, blz. 1).