Language of document :

Arrest van het Gerecht van 4 december 2013 – ETF / Michel

(Zaak T-108/11 P)1

(„Hogere voorziening – Openbare dienst – Tijdelijke functionarissen – Overeenkomst voor onbepaalde tijd – Besluit tot beëindiging – Bevoegdheid van Gerecht voor ambtenarenzaken – Artikelen 2 en 47 RAP – Zorgplicht – Begrip dienstbelang – Verbod om ultra petita te beslissen – Rechten van verdediging”)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirerende partij: Europese Stichting voor Opleiding (ETF) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Andere partij in de procedure: Gustave Michel rechtsopvolger van Monique Vandeuren (vertegenwoordiger: N. Lhoëst, advocaat)

Interveniërende partijen aan de zijde van de rekwirerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: J. Currall en D. Martin, gemachtigden); Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT) (vertegenwoordigers: J. Rikkert en M. Garnier, gemachtigden); Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) (vertegenwoordiger: M. Heikkilä, gemachtigde); Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) (vertegenwoordigers: aanvankelijk V. Salvatore, vervolgens T. Jabłoński, gemachtigden); Europees Milieuagentschap (EEA) (vertegenwoordiger: O. Cornu, gemachtigde); Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) (vertegenwoordiger: P. Goudou, gemachtigde), en Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) (vertegenwoordiger: D. Detken, gemachtigde)VoorwerpHogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 9 december 2010, Vandeuren/ETF (F-88/08, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), en strekkende tot vernietiging van dat arrestDi

ctumHet

arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 9 december 2010, Vandeuren/ETF (F-88/08), wordt vernietigd, voor zover daarbij nietig is verklaard het besluit van de Europese Stichting voor Opleiding (ETF) van

23 okt

ober 2007 om de overeenkomst van tijdelijk functionaris voor onbepaalde tijd van M. Vandeuren te beëindigen en voor zover daarbij dientengevolge als prematuur is afgewezen haar verzoek om vergoeding van de geleden materiële schade.De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht voor ambtenarenzaken.De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.