Beroep ingesteld op 24 januari 2024 – ePURE en Pannonia Bio / Parlement en Raad
(Zaak T-45/24)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: ePURE, de Europese Producenten Unie van Hernieuwbare Ethanol (Etterbeek, België), Pannonia Bio Zrt. (Budapest, Hongarije) (vertegenwoordigers: M.-S. Dibling en G. Michaux, advocaten)
Verwerende partijen: Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
artikel 3, lid 8, onder c), artikel 4, leden 1, 4 en 5, en bijlage I bij verordening (EU) 2023/2405 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 inzake het waarborgen van een gelijk speelveld voor duurzaam luchtvervoer1 nietig te verklaren voor zover biobrandstoffen geproduceerd uit voedsel- en voedergewassen en uit tussenteelten worden uitgesloten van de definitie en/of minimumpercentages van duurzame luchtvaartbrandstoffen en voor zover een minimumpercentage wordt opgelegd voor synthetische luchtvaartbrandstoffen;
het Europees Parlement en de Raad te verwijzen in de kosten.
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voeren de verzoekende partijen zeven middelen aan.
Eerste middel: Verweerders hebben een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door bij de voorbereiding van hun beleid in te gaan tegen beschikbare wetenschappelijke en technische gegevens, wat schending van artikel 191 VWEU oplevert, en door geen toereikende motivering te geven – wat schending van artikel 296 VWEU oplevert – voor de uitsluiting van uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen die voldoen aan de richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen (RED), en voorrang te geven aan synthetische vliegtuigbrandstoffen (SyAF).
Tweede middel: Verweerders hebben het evenredigheidsbeginsel geschonden door het gebruik van RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen, d.w.z. aantoonbaar duurzame grondstoffen, daadwerkelijk te verbieden, en geen luchtvaartbrandstoffen.
Derde middel: Verweerders hebben het beginsel van gelijke behandeling geschonden door (i) RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen enerzijds en fossiele brandstoffen en palmoliehoudende biobrandstoffen anderzijds gelijk te behandelen, (ii) RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen verschillend te behandelen in de luchtvaartsector vs. in de weg- en spoorvervoersectoren, (iii) biobrandstoffen gemaakt van RED bijlage IX B grondstoffen anders te behandelen dan RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen, en (iv) RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen uit te sluiten van de definitie van duurzame luchtvaartbrandstoffen en een verplicht aandeel van duurzame luchtvaartbrandstoffen toe te kennen aan SyAF.
Vierde middel: Verweerders hebben het beginsel van technologische neutraliteit geschonden door als voornaamste reden voor de bevordering van één soort brandstof (namelijk SyAF) aan te voeren dat deze tot 100 % broeikasgasemissiereductie kan opleveren, terwijl zij RED-conforme uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen (en andere duurzame luchtvaartbrandstoffen), die meer dan 100 % broeikasgasemissiereductie kunnen opleveren, een soortgelijke gunstige behandeling ontzeggen en zelfs categorisch uitsluiten van de definitie van duurzame luchtvaartbrandstoffen.
Vijfde middel: Verweerders hebben het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen geschonden, aangezien de bestreden bepalingen zonder passende rechtvaardiging aanzienlijk afwijken van de wijze waarop uit voedergewassen geproduceerde biobrandstoffen worden behandeld in de RED, wat leidt tot een gebrek aan rechtszekerheid en tot schending van het gewettigd vertrouwen van de betrokken marktdeelnemers.
Zesde middel: Verweerders hebben hun bevoegdheid misbruikt door een maatregel vast te stellen waarvoor zij niet bevoegd waren.
Zevende middel: Verweerders hebben verzoeksters’ recht op behoorlijk bestuur (artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) geschonden.
____________
1 PB L, 2023/2405, 31.10.2023.