Language of document :

Beroep ingesteld op 24 november 2023 – Vinokurov/Raad

(Zaak T-1106/23)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Alexander Semenovich Vinokurov (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: É. Épron, J.-F. Quievy en C. Gimbert, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Verzoeker verzoekt het Gerecht:

het beroep tot nietigverklaring ontvankelijk en gegrond te verklaren;

te verklaren dat besluit (GBVB) 2023/1094 van de Raad van 5 juni 2023 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen niet van toepassing is op verzoeker wegens onwettigheid;

te verklaren dat uitvoeringsverordening (EU) 2023/1098 van de Raad van 5 juni 2023 tot uitvoering van verordening (EU) 2020/1998 betreffende beperkende maatregelen tegen ernstige schendingen van de mensenrechten niet van toepassing is op verzoeker wegens onwettigheid;

besluit (GBVB) 2023/1767 van de Raad van 13 september 2023 tot wijziging van besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen gedeeltelijk nietig te verklaren voor zover het betrekking heeft op verzoeker;

uitvoeringsverordening (EU) 2023/1765 van de Raad van 13 september 2023 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 269/2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen gedeeltelijk nietig te verklaren voor zover zij betrekking heeft op verzoeker,

de Raad van de Europese Unie te verwijzen in alle kosten van de procedure,

verzoeker alle andere verschuldigde rechten, middelen en vorderingen voor te behouden.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vier middelen aan.

Eerste middel: exceptie van onwettigheid.

Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout.

Derde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel.

Vierde middel: schending van het rechtszekerheidsbeginsel.

____________