Language of document :

Beroep ingesteld op 16 mei 2022 – Europese Commissie / Republiek Slovenië

(Zaak C-328/22)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: B. Rous Demiri, E. Sanfrutos Cano)

Verwerende partij: Republiek Slovenië

Conclusies

De Commissie verzoekt het Hof:

1.    te verklaren dat de Republiek Slovenië, door niet te zorgen voor passende opvangsystemen voor stedelijk afvalwater

in de zin van artikel 4 van richtlijn 91/271/EEG1 van de Raad, voor de agglomeraties Kočevje, Trbovlje, Loka en Ljubljana,

in de zin van artikel 5 van richtlijn 91/271/EEG van de Raad voor de agglomeraties Kočevje, Trbovlje en Loka, en

in de zin van artikel 15 van en bijlage I, delen B en D, bij richtlijn 91/271/EEG van de Raad voor de agglomeraties Ljubljana en Ptuj,

de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 4, 5 en 15 van en bijlage I, delen B en D, bij richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater;

2.    de Republiek Slovenië te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Deze zaak betreft de tenuitvoerlegging in Slovenië van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater. Aan de basis van dit geschil ligt een lange en complexe procedure om vast te stellen dat de verplichtingen uit hoofde van het Unierecht niet worden nageleefd, die al sinds 2014 loopt en waarin de Commissie verschillende inbreuken heeft vastgesteld.

De inbreuk betreft de niet-naleving van de afvalwaterrichtlijn door sommige agglomeraties en de ontoereikende controle op lozingen van stedelijke waterzuiveringsinstallaties. Het aantal niet-conforme agglomeraties varieerde in de loop van de procedure, aangezien sommige inbreuken in de loop van de betrokken periode werden verholpen, maar andere blijven bestaan en vormen de grondslag van het onderhavige beroep.

____________

1     Richtlijn 91/271/EEG van de Raad inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB 1991, L 135, blz. 40).