Language of document :

Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Eerste kamer) van 3 mei 2016 – Kovács / Commissie

(Zaak F-136/11)1

(Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Artikel 11, lid 2, van bijlage VIII bij het Statuut – Pensioenrechten die vóór de indiensttreding van de Unie zijn verworven in een nationale pensioenregeling – Overdracht aan de pensioenregeling van de Unie – Oorspronkelijk voorstel voor extra pensioenjaren, gedaan door het TABG en aanvaard door de betrokkene – Intrekking van het oorspronkelijke voorstel door het TABG – Nieuw voorstel voor extra pensioenjaren gebaseerd op nieuwe algemene uitvoeringsbepalingen – Exceptie van niet-ontvankelijkheid – Begrip bezwarend besluit – Artikel 83 van het Reglement voor de procesvoering)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Zsuzsanna Kovács (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. de Abreu Caldas, A. Coolen, É. Marchal, S. Orlandi en J.-N. Louis, advocaten, vervolgens D. de Abreu Caldas, S. Orlandi en J.-N. Louis, advocaten, en, ten slotte, J.-N. Louis, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk D. Martin en J. Baquero Cruz, gemachtigden, vervolgens J. Currall en G. Gattinara, gemachtigden, vervolgens G. Gattinara, gemachtigde, en, ten slotte, G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek om nietigverklaring van het besluit tot vaststelling van de extra pensioenrechten die verzoekster vóór haar indiensttreding heeft verworven in de communautaire pensioenregeling

Dictum

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

Kovács draagt haar eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van de Europese Commissie.

____________

1 PB C 65 van 3.3.2012, blz. 24.