Language of document :

Beroep ingesteld op 14 juni 2011 - ABN AMRO Group/Commissie

(Zaak T-319/11)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: ABN AMRO Group NV (Amsterdam, Nederland) (vertegenwoordigers: W. Knibbeler en P. van den Berg, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

artikel 5 van de beschikking van de Commissie van 5 april 2011 betreffende maatregelen nr. C 11/2009 (ex NN 53b/2008, NN 2/2010 en N 19/2010) die door de Nederlandse Staat ten behoeve van ABN AMRO Group NV tot uitvoering zijn gebracht nietig verklaren; en

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan.

Eerste middel, eraan ontleend dat de vaststellingen in de bestreden beschikking ten aanzien van de omvang van het in artikel 5 opgenomen acquisitieverbod op de volgende wijzen het recht schenden en daarom nietig moeten worden verklaard:

Schending van artikel 107, lid 3, sub b, VWEU en verkeerde toepassing van de beginselen en richtsnoeren zoals uiteengezet in de mededelingen van de Commissie1;

Schending van het evenredigheidsbeginsel door de goedkeuring van de steunmaatregel afhankelijk te stellen van een acquisitieverbod dat noch gepast, noch noodzakelijk, noch evenredig is;

Schending van het beginsel van gelijke behandeling door oplegging van een acquisitieverbod dat aanzienlijk strenger is in vergelijking met acquisitieverboden die de Commissie in andere zaken heeft opgelegd;

Schending van het beginsel van behoorlijk bestuur doordat niet alle relevante aspecten van de zaak zorgvuldig en op individuele basis zijn onderzocht, waaronder de noodzaak tot en de gevolgen van het acquisitieverbod zoals bij de beschikking opgelegd, alsook schending van artikel 296 VWEU als gevolg van het verzuim om genoemde beschikking toereikend te motiveren.

Tweede middel, eraan ontleend dat de vaststellingen in de bestreden beschikking ten aanzien van de duur van het acquisitieverbod zoals vastgelegd in artikel 5 op de volgende wijzen het recht schenden en daarom nietig moeten worden verklaard:

Schending van artikel 345 VWEU doordat de duur van het acquisitieverbod afhankelijk is gesteld van het aandeelhouderschap door de Staat;

Schending van artikel 107, lid 3, sub b, VWEU en verkeerde toepassing van de beginselen en richtsnoeren zoals uiteengezet in de mededelingen van de Commissie2;

Schending van het beginsel van gelijke behandeling door oplegging van een acquisitieverbod dat aanzienlijk langer van duur is in vergelijking met acquisitieverboden die de Commissie in andere zaken heeft opgelegd;

Schending van het evenredigheidsbeginsel en van het beginsel van behoorlijk bestuur.

____________

1 - Mededeling van de Commissie betreffende de toepassing van de staatssteunregels op maatregelen in het kader van de huidige wereldwijde financiële crisis genomen met betrekking tot financiële instellingen (PB C 2008, C 270, blz. 8); Mededeling van de Commissie betreffende de herkapitalisatie van financiële instellingen in de huidige financiële crisis: beperking van steun tot het noodzakelijke minimum en bescherming tegen buitensporige mededingingverstoringen (PB 2009, C 10, blz. 2); Mededeling van de Commissie betreffende de behandeling van aan een bijzondere waardevermindering onderhevige activa in de communautaire banksector (PB 2009, C 72, blz. 1); Mededeling van de Commissie betreffende het herstel van de levensvatbaarheid en de beoordeling van de herstructureringsmaatregelen in de financiële sector in de huidige crisis met inachtneming van de staatssteunregels (PB 2009, C 195, blz. 9).

2 - Zie voetnoot 1.