Language of document :

Beroep ingesteld op 22 november 2023 — Slovak Telekom / Commissie

(Zaak T-1092/23)

Taal van de zaak: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Slovak Telekom, a.s. (Bratislava, Slowakije) (vertegenwoordiger: J. Azud, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht:

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, te gelasten aan verzoekster een vergoeding van 112 525,77 EUR te betalen voor de door haar geleden schade of, subsidiair, indien dit bedrag niet wordt toegekend, de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, te gelasten aan verzoekster een andere vergoeding te betalen ten belope van het bedrag dat het Gerecht passend acht;

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, te gelasten dat de door het Gerecht aan verzoekster toegekende schadevergoeding zal worden vermeerderd met vertragingsrente tegen de jaarlijkse rentevoet die de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringsoperaties heeft vastgesteld op de datum van indiening van het onderhavige verzoekschrift, vermeerderd met drieënhalf procentpunten, te rekenen vanaf de datum waarop verzoekster het onderhavige beroep bij het Gerecht heeft ingesteld tot aan de volledige betaling ervan door de Commissie of, subsidiair, indien deze vertragingsrente niet wordt toegekend, de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, te gelasten dat de door het Gerecht aan verzoekster toegekende schadevergoeding zal worden vermeerderd met een vertragingsrente ten belope van het bedrag dat het Gerecht passend acht;

de Europese Unie, vertegenwoordigd door de Commissie, te verwijzen in verzoeksters kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster één middel aan waarmee zij betoogt dat volgens de beslissing in de zaken Deutsche Telekom/Commissie,1 Printeos/Commissie2 en de daarmee verband houdende beslissingen waarnaar in deze arresten wordt verwezen, de correcte tenuitvoerlegging van een beslissing tot nietigverklaring van het Gerecht overeenkomstig artikel 266, eerste alinea, VWEU ook de betaling van vertragingsrente door de Commissie aan de verzoekende partij met zich meebrengt. Dit houdt in dat de Commissie, nadat een deel van de door haar aan verzoekster opgelegde geldboete nietig was verklaard, krachtens artikel 266, eerste alinea, VWEU niet alleen het nietig verklaarde deel van de geldboete ten bedrage van 776 037 EUR maar ook de vertragingsrente met betrekking tot de terugbetaalde geldboete, aan verzoekster diende terug te storten.

Door deze vertragingsrente niet terug te betalen, heeft de Commissie artikel 266, eerste alinea, VWEU in ernstige mate geschonden met als gevolg dat de Europese Unie kan worden aangesproken wegens niet-contractuele aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 266, tweede alinea, VWEU, gelezen in samenhang met artikel 340, tweede alinea, VWEU en verzoekster het recht heeft om krachtens artikel 268 VWEU het onderhavige verzoek in te dienen tot vergoeding van de geleden schade die bestaat in de niet uitbetaalde vertragingsrente.

Verzoekster voert aan dat, anders dan de Commissie stelt, artikel 90, lid 4, onder a), van de gedelegeerde verordening1 geen afbreuk doet aan verzoeksters recht op uitbetaling van vertragingsrente, en dat het bedrag van de vertragingsrente moet worden berekend naar analogie van artikel 83, lid 2, onder b), van de gedelegeerde verordening.

____________

1 Arrest van 19 januari 2022, Deutsche Telekom/Commissie (T-610/19, EU:T:2022:15).

1 Arresten van 12 februari 2019, Printeos/Commissie (T-201/17, EU:T:2019:81), en 20 januari 2021, Commissie/Printeos (C-301/19 P, EU:C:2021:39).

1 Gedelegeerde verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB 2012, L 362, blz. 1).