Language of document :

Beroep ingesteld op 11 oktober 2006 - CESD-Communautaire / Commissie

(Zaak T-289/06)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Centre Européen pour la Statistique et le Développement ASBL - CESD-Communautaire ASBL (Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg) (vertegenwoordigers: D. Grisay en D. Piccininno, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het onderhavige op artikel 230 EG gebaseerde beroep tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 11 augustus 2006 te ontvangen;

het beroep ontvankelijk te verklaren;

primair, het beroep gegrond te verklaren en voor recht te verklaren dat het besluit van de Commissie van 11 augustus 2006 nietig is, omdat daaraan misbruik van bevoegdheid ten grondslag ligt en/of het mank gaat aan een motiveringsgebrek alsmede aan een kennelijk onjuiste beoordeling;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij besluit van 11 augustus 2006 heeft de Commissie op basis van artikel 93, lid 1, sub f, van het Financieel Reglement1 vastgesteld dat verzoekster ernstig in gebreke is gebleven wegens niet-nakoming van drie met Eurostat gesloten overeenkomsten betreffende de technische samenwerking op het gebied van de statistiek (PHARE-programma), als gevolg van haar weigering om de Commissie de informatie ter beschikking te stellen op grond waarvan deze een audit naar de uitvoering van de betrokken overeenkomsten kan verrichten. Bovendien wordt in het bestreden besluit gepreciseerd dat de Commissie zich het recht voorbehoudt om met elk adequaat middel, waaronder de gang naar de rechter, de geschonden contractuele bepalingen toepassing te doen vinden en in voorkomend geval de bedragen in te vorderen die verschuldigd blijken te zijn.

Ter onderbouwing van haar beroep tot nietigverklaring van het bestreden besluit voert verzoekster drie middelen aan:

In de eerste plaats stelt zij misbruik van bevoegdheid in de zin van misbruik van procedure, voor zover het bestreden besluit de bijzondere geschillenbeslechtingprocedures omzeilt waarin wordt voorzien in elke overeenkomst die verzoekster met de Commissie heeft gesloten en die zijn gebaseerd op de toepassing van artikel 57 van Financieel Reglement nr. 1605/2002, doordat zij daarvoor de eenzijdige benadering van het besluit in de plaats stelt die is gebaseerd op artikel 93, lid 1,sub f, van dat reglement. De Commissie maakt een oneigenlijk gebruik van de procedure van artikel 93, lid 1, sub f, gelet op de hoofddoelstelling ervan, die volgens verzoekster erin bestaat de inschrijvers die naar aanleiding van een eerste opdracht ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming, uit te sluiten van deelneming aan de procedure voor de plaatsing van een latere opdracht, om vervolgens overeenkomsten te ontbinden die elk voorzien in verschillende wijzen van geschillenbeslechting bij de aanwijzing van de bevoegde rechter en de bepaling van het toepasselijke recht.

In de tweede plaats voert verzoekster een motiveringsgebrek aan. Het bestreden besluit is niet naar behoren gemotiveerd, noch juridisch, wegens ontoereikende motivering, voor zover het een bepaling inzake het goede beheer van gemeenschapsopdrachten toepast in de contractuele sfeer, noch feitelijk, aangezien de verwijten van de Commissie aan het adres van verzoekster volstrekt ongegrond zijn, nu verzoekster blijk heeft gegeven van haar wil om samen te werken met de auditdiensten van de Commissie.

In de derde plaats heeft de Commissie volgens verzoekster een kennelijke beoordelingsfout gemaakt, voor zover de aan verzoekster verweten feiten in het bestreden besluit worden gekwalificeerd zonder dat zij eerst ernstig in gebreke is gesteld wegens niet-nakoming met gebruikmaking van uit artikel 57, lid 2, van verordening nr. 1605/2002 voortvloeiende contractuele procedures.

____________

1 - Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248, blz. 1).