Language of document : ECLI:EU:T:2014:680

Zaak T‑48/12

Euroscript – Polska Sp. z o.o.

tegen

Europees Parlement

„Overheidsopdrachten voor diensten – Aanbestedingsprocedure – Vertaaldiensten in het Pools – Besluit tot wijziging van het besluit om verzoekster als eerste te plaatsen op de lijst van geselecteerde inschrijvers – Gunning van de voornaamste raamovereenkomst aan een andere inschrijver – Verzoek tot hernieuwde beoordeling – Termijn – Opschorting van de procedure – Transparantie – Gelijke behandeling”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 16 juli 2014

1.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Aanbestedingsprocedure – Gunning van opdrachten – Wachttijd voor de ondertekening van het contract – Mogelijkheid voor de inschrijvers om na het verstrijken van de termijn verzoeken, opmerkingen of informatie aan de aanbestedende dienst te richten – Ontoelaatbaarheid

(Verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 158 bis, lid 1, derde alinea)

2.      Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Aanbestedingsprocedure – Verplichting tot eerbiediging van het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers – Noodzaak om de gelijkheid van kansen te verzekeren en het transparantiebeginsel te eerbiedigen – Hernieuwd onderzoek van de offerte van een inschrijver na de gunning van de opdracht zonder de aanbestedingsprocedure op te schorten of de andere inschrijvers daarvan in kennis te stellen – Schending van het gelijkheidsbeginsel

(Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 103, eerste en tweede alinea; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie)

1.      Een schrijven aan de aanbestedende dienst waarbij een inschrijver verzoekt om opschorting van de aanbestedingsprocedure en hernieuwde beoordeling van de geselecteerde inschrijvingen valt binnen de werkingssfeer van de bepalingen van artikel 158 bis, lid 1, derde alinea, van verordening nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement en moet derhalve binnen de in die verordening gestelde termijn van veertien dagen ontvangen zijn. Het doel van een oproep tot inschrijving zou in het gedrang komen als inschrijvers op elk moment van de procedure hun verzoeken, opmerkingen of informatie aan de aanbestedende diensten zouden kunnen richten, waardoor de aanbestedende dienst verplicht zou worden daarop te antwoorden en de procedure, indien noodzakelijk, op te schorten of opnieuw te beginnen om eventuele onregelmatigheden te herstellen.

(cf. punten 52, 53, 55)

2.      Door het evaluatiecomité bijeen te roepen voor een nieuwe bijeenkomst om, nadat het gunningsbesluit was vastgesteld, de inschrijving van één enkele inschrijver opnieuw te onderzoeken zonder de lopende procedure op te schorten of de inschrijvers aan wie het besluit was bekendgemaakt, daarvan in kennis te stellen, miskent de aanbestedende dienst het transparantiebeginsel en de procedure die is neergelegd in de verordeningen nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, en nr. 2342/2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement. Doordat hij niet alle ingediende inschrijvingen opnieuw heeft beoordeeld, heeft deze dienst de inschrijving van een van de deelnemers aan de aanbestedingsprocedure in strijd met het beginsel van gelijke behandeling afwijkend behandeld.

De aanbestedende dienst moet immers in elke fase van een aanbestedingsprocedure het beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers en het beginsel van transparantie eerbiedigen. Dat laatste beginsel brengt voor de aanbestedende dienst de verplichting mee, alle precieze informatie over het gehele verloop van de procedure bekend te maken. De door de aanbestedende dienst in het kader van het beginsel van transparantie te verstrekken informatie is erop gericht, enerzijds te garanderen dat alle inschrijvers dezelfde kansen hebben, en anderzijds de gewettigde verwachtingen van de geselecteerde inschrijvers te beschermen. In dat verband kan de aanbestedende dienst uit hoofde van artikel 103, eerste en tweede alinea, van verordening nr. 1605/2002, indien hij na de gunning van de opdracht een wezenlijke fout vaststelt, de plaatsingsprocedure opschorten en indien noodzakelijk de inschrijvingen van de inschrijvers opnieuw onderzoeken.

(cf. punten 58‑61)