Beroep ingesteld op 8 augustus 2023 – Republiek Polen / Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

(Zaak C-512/23)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

Verwerende partijen: Europees Parlement, Raad van de Europese Unie

Conclusies

- verordening (EU) 2023/956 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot instelling van een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie¹ in haar geheel nietig verklaren;

- het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Polen voert aan dat verordening 2023/956 artikel 192, lid 2, eerste alinea, onder a), VWEU schendt, omdat deze verordening artikel 192, lid 1, VWEU als rechtsgrondslag heeft, terwijl de daarbij vastgestelde maatregelen, die een mechanisme voor koolstofgrenscorrectie (CBAM) instellen, bepalingen van in hoofdzaak fiscale aard zijn.

Door de bestreden verordening worden belastingbepalingen, en in elk geval fiscale bepalingen ingevoerd. Zowel het doel als de aard van de door het CBAM-mechanisme ingevoerde bepalingen is immers in hoofdzaak van fiscale aard. De bepalingen van deze verordening stellen een nieuwe overheidsheffing vast en bepalen alle voorwaarden voor de inning ervan. De fiscale functie van het CBAM prevaleert boven de milieufunctie ervan. Bovendien is het CBAM, anders dan het systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten in de Unie (EU-ETS), geen op de markt gebaseerde maatregel, zodat de in de rechtspraak van het Hof ontwikkelde voorwaarden die eraan in de weg staan dat een maatregel die deel uitmaakt van het EU-ETS als een fiscale maatregel wordt aangemerkt, niet gelden.

____________

¹ PB 2023, L 130, blz. 52.