Mededeling in het PB
Beroep, op 23 juli 2003 ingesteld door Helm Düngemittel GmbH tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-265/03)
Procestaal: Duits
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 23 juli 2003 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Helm Düngemittel GmbH, Hamburg (Duitsland), vertegenwoordigd door Wolf P. Waschmann, advocaat.
Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:
(de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 mei 2003 inzake de inhouding van een bedrag van 346 221,20 EUR nietig te verklaren;
(de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de kosten te verwijzen.
Middelen en voornaamste argumenten
In het kader van een aanbesteding voor de levering van kunstmest aan Noord-Korea heeft de Commissie verzoekster een opdracht gegund. Aangezien de door verzoekster geleverde kunstmest te laat ter bestemming is aangekomen, heeft de Commissie van verzoekster een bedrag van 346 221,20 EUR ingehouden en tot slot bij brief van 23 mei 2003 geweigerd verzoekster dit bedrag te betalen.
Verzoekster voert aan dat de te late levering van de mest te wijten is aan exportbeperkingen voor meststoffen in China, waar zij de te exporteren mest wilde aankopen. Aangezien deze beperkingen volledig onvoorzienbaar waren, is er sprake van overmacht en bijgevolg kan overeenkomstig artikel 22, lid 4, van verordening nr. 2519/97(
1) geen bedrag worden ingehouden. Verzoekster voert voorts aan dat de te late levering geen schade heeft veroorzaakt en dat de inhouding van het bedrag bijgevolg niet in verhouding staat tot de niet-inachtneming van de leveringstermijn en in strijd is met het gemeenschapsrechtelijk evenredigheidsbeginsel. De inhouding is eveneens in strijd met de beginselen van het Belgisch Burgerlijk wetboek, aangezien de Commissie verzoekster vooraf niet uitdrukkelijk heeft aangemaand tot uitvoering van haar verbintenis.