BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT
VAN DE EERSTE KAMER VAN HET GERECHT
6 december 2012 (1)
„Doorhaling”
In de gevoegde zaken T-325/12 en T-332/12,
Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door C. Wissels, J. Langer en M. de Ree als gemachtigden, en
ING Groep NV, gevestigd te Amsterdam (Nederland), vertegenwoordigd door O. W. Brouwer, J. Blockx en N. Lorjé, advocaten,
verzoekende partijen,
tegen
Europese Commissie, vertegenwoordigd door L. Flynn, S. Noё en H. van Vliet als gemachtigden
verwerende partij,
betreffende nietigverklaring van besluit C (2012) 3150 def. van de Commissie van 11 mei 2012 waarbij, onder voorbehoud van inachtneming van bepaalde voorwaarden, de steun van Nederland ten gunste van ING in het kader van het herstructureringsplan [Steun SA.28855 (N 373/2009) (ex C 10/2009 en ex N 528/2008) – Nederland/ING – restructuring aid] verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard.
1 Bij op 19 november 2012 ter griffie van het Gerecht neergelegde brieven hebben verzoekende partijen het Gerecht overeenkomstig artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering laten weten dat zij afstand doen van instantie en verzoeken zij dat iedere partij haar eigen kosten zou dragen .
2 Bij op 23 november 2012 ter griffie van het Gerecht neergelegde brief heeft de verwerende partij laten weten dat zij geen opmerkingen heeft ten aanzien van de afstand van instantie.
3 Volgens artikel 87, lid 5, derde alinea, van het Reglement voor de procesvoering draagt elk van de partijen haar eigen kosten bij gebreke van een conclusie ten aanzien van de proceskosten.
4 Derhalve dient de zaak te worden doorgehaald in het register en dient ten aanzien van de proceskosten te worden beslist dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
DE PRESIDENT VAN DE EERSTE KAMER VAN HET GERECHT
beschikt:
1) Gevoegde Zaken T-325/12 en T-332/12 worden doorgehaald in het register van het Gerecht.
2) Elk van de partijen draagt haar eigen kosten.
Luxemburg, 6 december 2012.
De griffier | | De president van de eerste kamer |