Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Spetsializiran nakazatelen sad (Bulgarije) op 4 juni 2021 – Strafzaak tegen HYA e.a.

(Zaak C-348/21)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Spetsializiran nakazatelen sad

Partijen in de strafzaak

HYA e.a.

Prejudiciële vraag

Is het verenigbaar met artikel 8, lid 1, en artikel 6, lid 1, gelezen in samenhang met de overwegingen 33 en 34 van richtlijn 2016/3431 alsmede met artikel 47, tweede alinea, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, wanneer een nationale wet bepaalt dat in de situatie waarin in de gerechtelijke fase van de strafprocedure verklaringen worden ingediend van getuigen die om objectieve redenen niet kunnen worden gehoord, welke getuigenverklaringen in de fase van het opsporingsonderzoek zijn afgelegd – waarbij deze getuigen in laatstgenoemde fase enkel door de vervolgende instantie, zonder deelname van de verdediging maar wel ten overstaan van een rechter, zijn verhoord en de vervolgende instantie reeds in die fase de deelname van de verdediging aan dit verhoor mogelijk had kunnen maken, maar dit niet heeft gedaan –, het recht van de verdachte om bij zijn proces aanwezig te zijn gewaarborgd is en de openbaar aanklager naar behoren voldoet aan zijn verplichting om de schuld van de verdachte te bewijzen?

____________

1 Richtlijn (EU) 2016/343 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende de versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn (PB 2016, L 65, blz. 1).