Language of document :

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 22 december 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Bucureşti - Roemenië) – Quadrant Amroq Beverages SRL/Agenţia Naţională de Administrare Fiscală - Direcţia Generală de Administrare a Marilor Contribuabili

(Zaak C-332/21)1

(Prejudiciële verwijzing – Harmonisatie van de belastingwetgeving – Richtlijn 92/83/EEG – Harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken – Accijnzen – Ethylalcohol – Vrijstellingen – Artikel 27, lid 1, onder e) – Productie van aroma’s voor de bereiding van levensmiddelen of niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol – Werkingssfeer – Evenredigheidsbeginsel en doeltreffendheidsbeginsel)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Tribunal Bucureşti

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Quadrant Amroq Beverages SRL

Verwerende partij: Agenţia Naţională de Administrare Fiscală - Direcţia Generală de Administrare a Marilor Contribuabili

Dictum

Artikel 27, lid 1, onder e), van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken

moet aldus worden uitgelegd dat

zowel ethylalcohol die wordt gebruikt voor de productie van aroma’s die op hun beurt worden gebruikt voor de bereiding van niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol, als ethylalcohol die reeds is gebruikt voor de productie van dergelijke aroma’s, onder de in deze bepaling neergelegde vrijstelling valt.

Artikel 27, lid 1, onder e), van richtlijn 92/83

moet aldus worden uitgelegd dat

wanneer ethylalcohol die tot verbruik is uitgeslagen in een lidstaat waar hij van accijns is vrijgesteld op grond dat hij is gebruikt voor de productie van aroma’s bestemd voor de bereiding van niet-alcoholhoudende dranken met een alcoholvolumegehalte van niet meer dan 1,2 % vol, vervolgens in een andere lidstaat in de handel wordt gebracht, deze lidstaat die ethylalcohol op zijn grondgebied op dezelfde wijze moet behandelen wanneer de eerste lidstaat de in deze bepaling vastgestelde vrijstelling correct heeft toegepast en er geen aanwijzingen van fraude, ontwijking of misbruik zijn.

Artikel 27, lid 1, onder e), van richtlijn 92/83

moet aldus worden uitgelegd dat

het zich verzet tegen een regeling van een lidstaat die de toekenning van de in deze bepaling neergelegde vrijstelling aan een marktdeelnemer die op zijn grondgebied producten verkoopt die hij heeft gekocht van een in een andere lidstaat gevestigde verkoper waar deze producten overeenkomstig deze bepaling werden vervaardigd, uitgeslagen tot verbruik en van accijns werden vrijgesteld, afhankelijk stelt van de voorwaarden dat deze marktdeelnemer een geregistreerde geadresseerde is en de verkoper een erkend entrepothouder is, tenzij uit concrete, objectieve en controleerbare aanwijzingen blijkt dat deze voorwaarden noodzakelijk zijn om de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstelling te verzekeren en om fraude, ontduiking of misbruik te voorkomen.

____________

1 PB C 357 van 6.9.2021.