Zaak T‑412/13

Chin Haur Indonesia, PT

tegen

Raad van de Europese Unie

„Dumping – Invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië – Uitbreiding van het op de invoer van rijwielen van oorsprong uit China ingestelde definitieve antidumpingrecht tot die invoer – Ontwijking – Niet-medewerking – Artikelen 13 en 18 van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Motiveringsplicht – Beoordelingsfout”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 19 maart 2015

1.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Bevoegdheden van de Commissie – Grenzen – Medewerkingsplicht van de ondernemingen waartegen een klacht is ingediend – Omvang

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad)

2.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Ontwijking – Vaststelling van ontwijking – Verzending van het product waarop antidumpingmaatregelen van toepassing zijn via derde landen – Beoordelingscriteria – Omstandigheden waaruit niet kan worden afgeleid dat er sprake is van overlading

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 13, leden 1, tweede alinea, en 2)

3.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Alternatieve voorwaarden

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1)

4.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Onjuiste of misleidende informatie – Noodzaak van opzet – Geen

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1)

5.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Ontvangst van een controlebezoek – Omstandigheid die op zich geen vaststelling van loyale en zorgvuldige medewerking inhoudt

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1)

6.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Inaanmerkingneming van inlichtingen die niet in alle opzichten toereikend zijn – Voorwaarden – Cumulatieve voorwaarden

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 3)

7.      Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beslissing om zich te baseren op de beschikbare gegevens wanneer de onderneming die het voorwerp van een antidumpingonderzoek uitmaakt weigert mee te werken – Verplichting van de instellingen om aan te tonen dat de best mogelijke gegevens zijn gebruikt – Geen

(Art. 296 VWEU; verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1)

8.      Recht van de Europese Unie – Beginselen – Evenredigheid – Evenredig karakter van een maatregel – Beoordelingscriteria

9.      Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Ontwijking – Bewijs van het bestaan van dumping ten aanzien van de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde normale waarden – Vaststelling van de uitvoerprijs – Verplichting om de meest geschikte methode te gebruiken

(Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 13, lid 1)

1.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 64, 80)

2.      Wat betreft de vaststelling van ontwijking van de geldende antidumpingmaatregelen door het verzenden van het product waarop die maatregelen van toepassing zijn via derde landen in de zin van artikel 13, lid 1, tweede alinea, van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009, volgt niet uit die verordening of uit de rechtspraak dat de instellingen van de Unie zich kunnen baseren op de omstandigheid dat de betrokken exporteur niet heeft kunnen aantonen dat hij een producent van een soortgelijk product was of voldeed aan artikel 13, lid 2, van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009, om daaruit automatisch het bestaan van overlading door die exporteur af te leiden.

(cf. punt 105)

3.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 111)

4.      Inzake de mogelijkheid om de beschikbare gegevens te gebruiken wanneer een partij onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, vereist artikel 18, lid 1, tweede volzin, van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009 geen opzet.

In dit verband staat de mate waarin een belanghebbende zich inspant om bepaalde inlichtingen mee te delen, niet noodzakelijkerwijs in verhouding tot de intrinsieke kwaliteit van de meegedeelde inlichtingen, en is deze hoe dan ook niet het enige beslissende criterium. Indien de gevraagde inlichtingen uiteindelijk niet worden verkregen, mag de Commissie dan ook gebruikmaken van de gegevens die dienaangaande beschikbaar zijn.

(cf. punt 122)

5.      In het kader van een antidumpingonderzoek staat het aan de instellingen van de Unie om te beslissen of zij het voor de verificatie van de door een belanghebbende verstrekte informatie noodzakelijk achten bevestiging van deze informatie te verkrijgen door een controlebezoek aan het bedrijf van deze belanghebbende, en ingeval een belanghebbende de verificatie van de door hem verstrekte informatie belet, is artikel 18 van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009 van toepassing en kan de beschikbare informatie worden gebruikt.

In dit verband druist het niet ontvangen van een controlebezoek weliswaar in tegen het doel van loyale en zorgvuldige medewerking waarvan artikel 18, lid 1, van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009 de naleving tracht te verzekeren, maar uit het toelaten van dat bezoek volgt op zich geen vaststelling van medewerking.

De indiening van een aanvraagformulier voor vrijstelling en later een herziene versie en de ontvangst van de gemachtigden van de Commissie tijdens het controlebezoek volstaan dus niet om te spreken van medewerking of om de instellingen van de Unie te verplichten rekening te houden met gebrekkige informatie.

(cf. punten 123, 124)

6.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 125)

7.      Wat betreft de beslissing om in het kader van een antidumpingonderzoek de beschikbare gegevens te gebruiken wanneer de onderneming weigert mee te werken, vloeit uit artikel 18, lid 1, van antidumpingbasisverordening nr. 1225/2009 of de rechtspraak niet voort dat de betrokken instellingen moeten motiveren in welke zin de gebruikte beschikbare gegevens de best mogelijke waren.

(cf. punten 130, 139)

8.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punt 144)

9.      Zie de tekst van de beslissing.

(cf. punten 149, 150, 152, 153)