Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 19 maart 2015 –
City Cycle Industries/Raad

(Zaak T‑413/13)

„Dumping – Invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië – Uitbreiding van het op de invoer van rijwielen van oorsprong uit China ingestelde definitieve antidumpingrecht tot die invoer – Ontwijking – Niet-medewerking – Artikel 13 van verordening (EG) nr. 1225/2009 – Motiveringsplicht – Beoordelingsfout – Gelijkheid van behandeling – Toegang tot het dossier”

1.                     Gerechtelijke procedure – Interventie – Exceptie van niet-ontvankelijkheid niet opgeworpen door verweerder – Niet-ontvankelijkheid (Statuut van het Hof van Justitie, art. 40, vierde alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 116, lid 3) (cf. punten 42, 43)

2.                     Gerechtelijke procedure – Aanvoering van nieuwe middelen in de loop van het geding – Voorwaarden – Nieuw middel – Begrip – Antwoord op een vraag die het Gerecht heeft gesteld bij wege van maatregel tot organisatie van de procesgang – Daarvan uitgesloten (Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 48) (cf. punt 47)

3.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Bevoegdheden van de Commissie – Grenzen – Samenwerkingsplicht van de ondernemingen die in een klacht worden vermeld – Omvang (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad) (cf. punten 64, 81)

4.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Ontwijking – Bepaling van ontwijking – Verzending van het aan een antidumpingmaatregel onderworpen product via derde landen –Beoordelingscriteria – Omstandigheden die niet de conclusie van het bestaan van overladingen wettigen (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 13, leden 1, tweede alinea, en 2) (cf. point 99)

5.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Alternatief (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1) (cf. punt 108)

6.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Valse of misleidende inlichting – Noodzaak van opzettelijk gedrag – Geen (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1) (cf. punt 117)

7.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Gebruik van de beschikbare gegevens in geval van weigering van medewerking van de onderneming – Voorwaarden – Ontvangst van een controlebezoek – Omstandigheid die op zich geen vaststelling van loyale en zorgvuldige medewerking impliceert (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1) (cf. punten 118, 119)

8.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Verloop van het onderzoek – Inaanmerkingneming van informatie die niet in alle opzichten toereikend is – Voorwaarden – Cumulatieve voorwaarden (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 3) (cf. punt 120)

9.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Beslissing om gebruik te maken van de beschikbare gegevens in geval van niet-medewerking van de bij een antidumpingprocedure betrokken onderneming – Verplichting voor de instellingen om het gebruik van de beste beschikbare gegevens aan te tonen – Geen (Art. 296 VWEU; verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 18, lid 1) (cf. punten 125, 132)

10.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Evenredigheid – Evenredig karakter van maatregel – Beoordelingscriteria (cf. punt 137)

11.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Antidumpingprocedure – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Recht van toegang tot niet-vertrouwelijke stukken van de procedure (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 6, lid 7) (cf. punten 151‑153)

12.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Antidumpingprocedure – Invloed van procedurele onregelmatigheden op de wettigheid van een verordening tot invoering van antidumpingrechten – Voorwaarden – Noodzaak voor de betrokken onderneming om de instellingen te verwittigen van eventuele problemen als gevolg van de procedurele onregelmatigheden (cf. punten 154, 155, 158)

13.                     Recht van de Europese Unie – Beginselen – Gelijke behandeling – Begrip (cf. punt 164)

14.                     Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Ontwijking – Bewijs van bestaan van dumping ten aanzien van de bij het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde normale waarden – Vaststelling van de uitvoerprijs – Verplichting om de meest geschikte methode te gebruiken – (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 13, lid 1) (cf. punten 168, 169, 171, 172)

Voorwerp

Verzoek tot gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië (PB L 153, blz. 1)

Dictum

1) Artikel 1, leden 1 en 3, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 501/2013 van de Raad van 29 mei 2013 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij uitvoeringsverordening (EU) nr. 990/2011 is ingesteld op de invoer van rijwielen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van rijwielen verzonden uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Indonesië, Maleisië, Sri Lanka en Tunesië, wordt nietig verklaard voor zover het City Cycle Industries betreft.

2) De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten en die van City Cycle Industries.

3) De Europese Commissie en Maxcom Ltd dragen hun eigen kosten.