Language of document :

Arrest van het Gerecht van 27 februari 2014 – Ezz e.a./Raad

(Zaak T-256/11)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege situatie in Egypte – Bevriezing van tegoeden – Rechtsgrondslag – Motiveringsplicht – Dwaling omtrent feiten – Recht van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Eigendomsrecht – Vrijheid van ondernemerschap”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Ahmed Abdelaziz Ezz (Giseh, Egypte), Abla Mohammed Fawzi Ali Ahmed (Londen, Verenigd Koninkrijk), Khadiga Ahmed Ahmed Kamel Yassin (Londen) en Shahinaz Abdel Azizabdel Wahab Al Naggar (Giseh) (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Lester, barrister, en J. Binns, solicitor, vervolgens J. Binns, J. Lewis, QC, B. Kennelly, barrister, en I. Burton, solicitor)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en I. Gurov, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Erlbacher, M. Konstantinidis en A. Bordes, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van, enerzijds, besluit 2011/172/GBVB van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen vanwege de situatie in Egypte (PB L 76, blz. 63) en, anderzijds, verordening (EU) nr. 270/2011 van de Raad van 21 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Egypte (PB L 76, blz. 4), voor zover deze handelingen betrekking hebben op verzoekers

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

Ahmed Abdelaziz Ezz alsook Abla Mohammed Fawzi Ali Ahmed, Khadiga Ahmed Ahmed Kamel Yassin en Shahinaz Abdel Azizabdel Wahab Al Naggar worden verwezen in hun eigen kosten alsook in die van de Raad van de Europese Unie.

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.

____________

1     PB C 89 van 19.3.2011.