Language of document :

Beroep ingesteld op 7 april 2011 - Duitsland / Commissie

(Zaak T-205/11)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: T. Henze en J. Möller, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster vordert

de beschikking van de Commissie van 26 januari 2011, C (2011)275 def. in de procedure "Staatssteun C 7/2010 - KStG, saneringsclausule" nietig te verklaren,

subsidiair, de beschikking van de Commissie van 26 januari 2011 in de procedure "Staatssteun C 7/2010 - KStG, saneringsclausule" gedeeltelijk nietig te verklaren voor zover de Commissie in artikel 2 van de beschikking heeft beslist dat de verleende individuele steun volstrekt onverenigbaar is met de interne markt, en voor het volledige bedrag moet worden teruggevorderd indien het bedrag van de steun meer bedraagt dan 500 000 EUR;

verweerster te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster de volgende middelen aan:

-    Middelen ter onderbouwing van de hoofdvordering:

Eerste middel: Schending van artikel 107, lid 1, VWEU - Ontbrekende selectiviteit bij gebreke van een uitzondering van het relevante referentiestelsel

De saneringsclausule van § 8c, lid 1a, van het Duitse Körperschaftsteuergesetz (wet inzake vennootschapsbelasting; hierna: "KStG") inzake de overgeboekte tekorten van ondernemingen die door een andere onderneming worden overgenomen met oog op sanering, is niet selectief. Het betreft geen steunmaatregel in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, omdat de bepaling geen uitzondering is op het relevante referentiestelsel.

Tweede middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU - Kennelijke beoordelingsfout wat betreft het algemene karakter van de maatregel

De Commissie heeft bij de beoordeling van de vraag of de saneringsclausule van § 8c, lid 1a, van het KStG een algemene maatregel is, een kennelijke beoordelingsfout begaan. Zij heeft namelijk een controlemethode toegepast die niet geschikt is, en zij is niet in het kader van een economisch onderzoek van de gehele situatie nagegaan of de saneringsclausule op "horizontale" omstandigheden is gebaseerd, zodat ze elke onderneming op het grondgebied van de lidstaat op gelijke wijze ten goede kan komen en dus als een algemene maatregel kan worden gekwalificeerd.

Derde middel: Schending van artikel 107, lid 1, VWEU - Ontbreken van selectiviteit omdat de Commissie niet in aanmerking heeft genomen dat de regeling op grond van de aard en de interne structuur van het belastingstelsel gerechtvaardigd is

De saneringsclausule van § 8c, lid 1a, van het KStG is niet selectief en is daarom geen steunmaatregel in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, omdat zij op grond van de aard en de interne structuur van het belastingstelsel gerechtvaardigd is.

-    Middelen ter onderbouwing van de subsidiaire vordering:

Schending van artikel 107, lid 3, VWEU juncto de tijdelijke communautaire kaderregeling voor steunmaatregelen ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis.

De Commissie heeft artikel 107, lid 3, VWEU juncto de mededeling van de Commissie "tijdelijke communautaire kaderregeling inzake steunmaatregelen ter stimulering van de toegang tot financiering in de huidige financiële en economische crisis" verkeerd toegepast omdat zij het in artikel 2 van de beschikking van de Commissie vermelde bedrag van 500 000 EUR als een vrijstellingsdrempel, en niet als een belastingvrije som heeft beschouwd.

____________