Language of document :

Beroep ingesteld op 23 januari 2013 - Meta Group/Europese Commissie

(Zaak T-34/13)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: Meta Group Srl (Rome, Italië) (vertegenwoordigers: A. Bartolini, V. Colcelli en A. Formica, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht om nietigverklaring van:

nota nr. 1687862van DG Ondernemingen en industrie van 11 december 2012;

het financiëlecontroleverslag nr. S12.16817;

en voor zover noodzakelijk:

de nota van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 12 november 2012, betreffende "Betaling door verrekening van vorderingen van de Commissie", waarbij de Commissie heeft meegedeeld dat de vordering van 69 061,80 EUR van META GROUP op de Commissie uit de overeenkomst Take-it-Up (nr. 245637) is verrekend met de corresponderende schuld die blijkt uit debetnota nr. 32412078833;

nota nr. 1380282 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 21 november 2012, betreffende verrekening van de vordering van 16 772,36 EUR van de Meta Group op de Commissie uit overeenkomst BCreative (nr. 245599) met de corresponderende schuld die blijkt uit debetnota nr. 32412078833;

nota nr. 1380323 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 21 november 2012, betreffende verrekening van de vordering van 16 772,36 EUR van de META Group op de Commissie uit overeenkomst BCreative met de corresponderende, even hoge schuld;

nota nr. 1387638 van DG Uitvoering van de begroting (Algemene begroting en EOF) van de Europese Commissie van 22 november 2012, betreffende de verrekening van de vordering van 220 518,25 EUR van META GROUP op de Commissie uit de overeenkomsten Take-it-Up (nr. 245637) en Ecolink+ (nr. 256224) met het bedrag van 209 108,92 EUR dat blijkt uit debetnota nr. 32412078833;

de dienst dientengevolge te veroordelen tot betaling aan verzoekster van het bedrag van 424 787,90 EUR, vermeerderd met vertragingsrente;

de dienst te veroordelen tot vergoeding van de gevolgschade die verzoekster heeft geleden.

Kosten rechtens.

Middelen en voornaamste argumenten

Het onderhavige beroep heeft betrekking op de subsidieovereenkomsten die zijn gesloten tussen verzoekster en de Commissie in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (KCI).

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zes middelen aan.

Eerste middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten, schending van de bepaling in amendment 1 van de overeenkomst ECOLINK+ van 14 oktober 2011, schending van het vertrouwensbeginsel, schending van de beginselen van de bescherming van verworven rechten, rechtszekerheid en zorgvuldigheid.

-    Daartoe voert verzoekster aan dat de handelwijze van de Commissie schending oplevert van de verplichtingen uit de overeenkomst die zij jegens META op zich heeft genomen, in het bijzonder de aanvaarding van de wijze van berekening die door verzoekster is voorgesteld.

Tweede middel: schending van artikel 11 van de subsidieovereenkomsten voor het KCI-programma (BCreative, Take-IT-Up, Ecolink+), schending van het redelijkheidsbeginsel en kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten.

-    Daartoe voert de verzoekende vennootschap aan dat zij het bewijs heeft geleverd dat de vergoedingen voor de werkzaamheden van haar vennoten volledig in overeenstemming zijn met de marktvergoedingen en met de vergoedingen van zelfstandige quasi-werknemers ("in house consultants") en van werknemers die soortgelijke werkzaamheden verrichten. Volgens de nationale regelgeving kunnen deze minimumwaarden in geval van "uitzonderlijk groot belang, uitzonderlijke complexiteit of uitzonderlijk hoge moeilijkheidsgraad" van de gevraagde prestatie zelfs met 100 % worden verhoogd (zie artikel 6, lid 1, van ministerieel decreet nr. 169 van 2 september 2010). De contractvorm van de internationale deskundigen, die voor META Group werkzaam zijn op projectovereenkomsten voor de betrokken projecten, is overigens volkomen legaal.

Derde middel: schending van het beginsel van evenredigheid van het bestuurlijke optreden en schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, transparantie en tevoren bepaalde criteria.

-    Daartoe voert verzoekster aan dat de dienst uit een reeks beschikbare criteria voor de bepaling van de wijze van berekening van de vergoedingen, het voor een particulier gunstigste criterium had moeten toepassen. Toen eenmaal was vastgesteld dat op de Italiaanse en Europese markt voor dezelfde diensten zeer uiteenlopende tarieven in rekening worden gebracht, was het wenselijk geweest de voorkeur te geven aan de oplossing die voor verzoekster zo min mogelijk nadeel oplevert.

Vierde middel: kennelijk onjuiste beoordeling van de feiten, schending van de bepalingen in amendment 1 van de overeenkomst ECOLINK+ van 14 oktober 2011, en schending van het vertrouwensbeginsel, de beginselen van goede trouw, bescherming van verworven rechten, rechtszekerheid en zorgvuldigheid.

-    Daartoe voert verzoekster aan dat de verrekeningshandelingen onrechtmatig zijn aangezien de aangegeven vorderingen van META uit de voornoemde overeenkomsten veel lager zijn dan hetgeen daadwerkelijk verschuldigd is. Inzonderheid heeft de Commissie krachtens de bevindingen van het bestreden definitieve controleverslag voor de bepaling van de in aanmerking komende kosten voor werkzaamheden van de vennoten arbitrair een lagere uurvergoeding toegepast dan META had voorgesteld.

Vijfde middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur en motiveringsgebrek.

-    Op dit punt voert verzoekster aan dat de verrekeningshandelingen elke motivering ontberen, ook met betrekking tot de gebruikte criteria en parameters voor de berekening. Aangezien META nog niet op de hoogte was van de definitieve bevindingen van het controleverslag toen de betrokken verrekeningsbesluiten werden betekend, had de Commissie uitdrukkelijk moeten vermelden welke beoordelingen ten grondslag liggen aan het besluit om een andere methode te gebruiken voor de berekening van de kosten dan in de overeenkomst was neergelegd.

Zesde middel: kennelijk onjuiste berekening van de bedragen waarop verzoekster recht heeft.

-    Daartoe voert verzoekster aan dat de berekeningen van de Commissie met het oog op verrekening daarnaast klaarblijkelijk onjuist zijn. Ook als de flat rates van het programma Marie Curie worden toegepast, zijn de rekeningen namelijk niet sluitend.

____________