Language of document :

Beroep ingesteld op 30 april 2007 - Baudelet-Leclaire / Commissie

(Zaak F-40/07)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Cécile Baudelet-Leclaire (Brussel, België) (vertegenwoordiger: M. Korving, advocaat)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

vast te stellen dat er in het kader van vergelijkend onderzoek EPSO/AST/7/051 sprake is geweest van discriminatie tussen kandidaten van binnen de Europese instellingen en externe kandidaten;

vast te stellen dat de verwerende partij niet heeft aangetoond dat er in het kader van dat vergelijkend onderzoek geen sprake is geweest van discriminatie tussen kandidaten van binnen de Europese instellingen en externe kandidaten;

voormeld vergelijkend onderzoek nietig te verklaren wegens schending van het fundamentele beginsel van gelijke kansen van kandidaten;

subsidiair, de verwerende partij te gelasten, alle gegevens over te leggen, daaronder begrepen, indien nodig, de werkzaamheden van de jury die onder het in artikel 6 van bijlage III bij het Ambtenarenstatuut bedoelde geheim vallen, ten bewijze van het feit dat de jury niet een aantal kandidaten op grond van hun beroep heeft bevoordeeld;

indien de verwerende partij er niet in slaagt dit bewijs te leveren, te gelasten dat de indeling van alle kandidaten wordt herzien alleen op basis van criteria betreffende de verdienste zoals deze in de aankondiging van vergelijkend onderzoek worden genoemd en met onpartijdige toepassing van het beginsel van gelijke kansen van kandidaten;

de verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Bij brief van 29 januari 2007 werd verzoekster meegedeeld dat haar naam niet op de reservelijst zou worden geplaatst, aangezien de door haar verkregen punten weliswaar hoger waren dan het vereiste minimum, maar niet tot de beste 110 behoorden.

Tot staving van haar beroep stelt zij onder meer dat er sprake is van schending van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling, daar de jury onderscheid heeft gemaakt tussen de kandidaten ten voordele van die kandidaten welke reeds over een beroepservaring binnen de gemeenschapsinstellingen beschikten en, in het bijzonder, binnen het directoraat-generaal waartoe de voorzitster van de jury behoorde.

____________

1 - PB C 178 A van 20.7.2005, blz. 22.