Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte di Appello di Trento (Italië) op 14 augustus 2017 – Ministero dell’Istruzione, dell’Università e della Ricerca - MIUR / Fabio Rossato, Conservatorio di Musica F.A. Bonporti
(Zaak C-494/17)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Corte di Appello di Trento
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Ministero dell’Istruzione, dell’Università e della Ricerca – MIUR
Verzoekende partij in incidenteel hoger beroep: Fabio Rossato
Verwerende partij: Conservatorio di Musica F.A. Bonporti
Prejudiciële vraag
Moet clausule 5, punt 1, van de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG1 van de Raad van 28 juni 1999, aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staat aan de toepassing van artikel 1, leden 95, 131 en 132 van Italiaanse wet nr. 107 van 2015, die voorzien in de vaste aanstelling van docenten met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in de toekomst, zonder terugwerkende kracht en zonder schadevergoeding, als evenredige, voldoende effectieve en afschrikkende maatregelen om de volle werking van de bepalingen van de raamovereenkomst te verzekeren wat de schending van deze overeenkomst wegens misbruik van opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd betreft in de periode voorafgaand aan die waarin de maatregelen van de genoemde bepalingen gevolgen moeten sorteren?
____________
1 Richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43).