Language of document : ECLI:EU:T:2011:601

Zaak T‑53/10

Peter Reisenthel

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Afwijzing van vordering tot nietigverklaring door nietigheidsafdeling – Kennisgeving van beslissing van nietigheidsafdeling per fax – Beroep bij kamer van beroep – Schriftelijke uiteenzetting van gronden van beroep – Termijn voor indiening – Ontvankelijkheid van beroep – Artikel 57 van verordening (EG) nr. 6/2002 – Correctie van beslissing – Artikel 39 van verordening (EG) nr. 2245/2002 – Algemeen rechtsbeginsel dat intrekking van onrechtmatige beslissing toestaat”

Samenvatting van het arrest

1.      Gemeenschapsmerk – Procedurevoorschriften – Beslissingen van Bureau – Correctie – Kennelijke vergissing – Begrip – Schending van rechten van verdediging – Daarvan uitgesloten

(Verordening nr. 2245/2002 van de Commissie, art. 39)

2.      Handelingen van de instellingen – Intrekking – Onwettige handelingen – Voorwaarden – Eerbiediging van redelijke termijn en van beginsel van gewettigd vertrouwen

3.      Handelingen van de instellingen – Keuze van rechtsgrondslag – Vergissing – Nietigverklaring van handeling – Voorwaarden

1.      Volgens artikel 39 van verordening nr. 2245/2002 tot uitvoering van verordening nr. 6/2002 betreffende gemeenschapsmodellen, mogen in beslissingen van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) alleen taal- en schrijffouten en kennelijke vergissingen worden gecorrigeerd. Correcties worden door de dienst die de beslissing heeft genomen ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende partij aangebracht.

Gelet op het belang van het bindende karakter van het dispositief van een definitieve beslissing van een bevoegde instantie en om het rechtszekerheidsbeginsel in acht te nemen, dient de regel op basis waarvan die beslissing bij wijze van uitzondering later kan worden gecorrigeerd, strikt te worden uitgelegd. Bijgevolg betreft het begrip kennelijke vergissing enkel formele vergissingen waarvan de onjuistheid duidelijk uit de beslissing zelf blijkt en die geen invloed hebben op de draagwijdte en de inhoud van deze beslissing, zoals deze door het dispositief en de motivering ervan worden gekenmerkt. Het begrip kennelijke vergissing kan daarentegen geen betrekking hebben op vergissingen die de inhoud van de bestreden beslissing kunnen raken.

Een schending van de rechten van de verdediging die voortvloeit uit het feit dat een beslissing is vastgesteld vóór het verstrijken van de aan de verzoeker verleende termijn om zijn opmerkingen te maken, vormt geen kennelijke vergissing in de zin van artikel 39 van verordening nr. 2245/2002. Het gaat immers om een vergissing in de procedure die tot de vaststelling van de beslissing heeft geleid, die dus de inhoud van deze beslissing kan raken.

(cf. punten 35, 37)

2.      De intrekking met terugwerkende kracht van een onrechtmatige bestuurshandeling waarbij subjectieve rechten in het leven zijn geroepen, is toegestaan, mits de instelling die de handeling heeft vastgesteld, voldoet aan de voorwaarden inzake de inachtneming van een redelijke termijn en van het gewettigd vertrouwen van de begunstigde van de handeling die op de rechtmatigheid ervan mocht vertrouwen.

(cf. punt 40)

3.      Ook al bestaat er een andere rechtsgrondslag, brengt een vergissing bij de keuze van de rechtsgrondslag echter de vernietiging van de betrokken handeling mee wanneer zij gevolgen kan hebben voor de inhoud van deze handeling, met name wanneer daardoor de regelmatigheid van de voor de vaststelling van die handeling toepasselijke procedure is aangetast.

(cf. punt 41)