Beschikking van de president van het Gerecht van 16 februari 2017 –
Le Pen/Parlement

(Zaak T‑140/16 R II)

„Kort geding – Lid van het Europees Parlement – Invordering door compensatie van de vergoedingen die zijn gestort voor de terugbetaling van kosten voor parlementaire assistentie – Verzoek tot opschorting van tenuitvoerlegging – Nieuw verzoek – Nieuwe feiten – Geen spoedeisendheid”

Kort geding – Opschorting van tenuitvoerlegging – Afwijzing van het verzoek – Mogelijkheid om een nieuw verzoek in te dienen – Voorwaarde – Nieuwe feiten – Begrip

(Art. 278 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 160)

(zie punten 7, 8, 13)

Voorwerp

Vordering krachtens de artikelen 278 VWEU en 279 VWEU tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit van de secretaris-generaal van het Parlement van 29 januari 2016 waarbij wordt gelast een bedrag van 320 026,23 EUR van verzoeker terug te vorderen, en van de ten vervolge op dat besluit opgestelde debetnota nr. 2016‑195 van 4 februari 2016

Dictum

1) De vordering in kort geding wordt afgewezen.

2) De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.