Language of document :

Beroep ingesteld op 28 januari 2010 - Nederland/Commissie

(Zaak T-29/10)

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. Wissels en Y. de Vries, agenten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies van verzoekende partij

Gedeeltelijke nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 18 november 2009 in zaak Nr. C 10/2009 (ex. N 138/2009) - Nederland/steun aan ING Groep N.V.;

Veroordeling van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

In de bestreden Beschikking heeft de Commissie vastgesteld dat bepaalde maatregelen, genomen door de Nederlandse staat ten aanzien van ING Groep N.V., staatsteun inhouden in de zin van artikel 107, eerste lid, VWEU, en heeft zij deze steun verenigbaar verklaard met de gemeenschappelijke markt onder bepaalde voorwaarden. Volgens de Beschikking resulteert de wijziging van de aflossingsvoorwaarden ten aanzien van 5 miljard euro van de kapitaalinjectie in additionele steun.

Het verzoekschrift is gericht tegen artikel 2, eerste paragraaf, van de Beschikking, dat mede steunt op de vaststelling van de Commissie dat de wijziging van de aflossingsvoorwaarden ten aanzien van 5 miljard euro van de kapitaalinjectie staatsteun inhoudt.

Ten eerste voert verzoeker aan dat de Beschikking in strijd is met artikel 107 VWEU, voor zover de Commissie in de Beschikking heeft geoordeeld dat de aanpassing van de aflossingsvoorwaarden van de participatie in het kernkapitaal van ING 2 miljard euro additionele staatsteun ten gunste van ING inhoudt. Naar de mening van verzoeker heeft de Commissie de aanpassing van de aflossingsvoorwaarden ten onrechte als staatssteun aangemerkt om de volgende redenen:

Voor zover er sprake is van staatssteun, bestaat deze volgens de Beschikking uit de volledige participatie in het kernkapitaal van ING; een wijziging van de voorwaarden, waaronder deze steun kan worden terugbetaald, kan niet bovenop deze participatie staatsteun inhouden.

De aanpassing van de aflossingsvoorwaarden had door de Commissie moeten worden meegenomen in haar beoordeling van de participatie in het kernkapitaal, en had niet apart moeten worden beoordeeld.

Indien de Commissie de aanpassing van de aflossingsvoorwaarden wel op zichzelf in het licht van de staatssteunregels had kunnen beoordelen, dan heeft zij bij deze beoordeling een aantal fouten gemaakt.

De Commissie heeft in haar beoordeling ten onrechte niet laten meewegen dat de aanpassing van de aflossingsvoorwaarden mede tot doel had om deze voorwaarden meer in overeenstemming te brengen met de marktconforme aflossingvoorwaarden.

Ten tweede voert verzoeker aan dat de Beschikking in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel, doordat de Commissie heeft nagelaten de nodige kennis te vergaren omtrent de relevante feiten.

Ten derde is verzoeker van mening dat de Beschikking in strijd is met het motiveringsbeginsel, doordat de Commissie heeft nagelaten haar oordeel dat de aanpassing van de aflossingsvoorwaarden additionele steun inhoudt, afdoende te motiveren.

____________