Language of document :

Beroep ingesteld op 17 juli 2012 – ZZ e. a. / EIB

(Zaak F-73/12)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: ZZ en anderen (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Investeringsbank

Voorwerp en beschrijving van het geding

Enerzijds, nietigverklaring van de in de salarisafrekeningen vervatte besluiten om toepassing te geven aan het algemeen besluit van de Europese Investeringsbank om voor het gehele personeel een salarisprogressie vast te stellen die beperkt is tot 2,8 % en aan het besluit waarbij een schema van verdienste is gedefinieerd dat een salarisverlies van 1 % inhoudt en, anderzijds, veroordeling van de verwerende partij tot betaling van het verschil in bezoldiging met vertragingsrente alsmede betaling van een schadevergoeding

Conclusies van de verzoekende partijen

nietigverklaring van de besluiten om met betrekking tot verzoekers toepassing te geven aan het besluit van de raad van bestuur van de EIB van 13 december 2011 tot vaststelling van een salarisprogressie die beperkt is tot 2,8 % en aan het besluit van het directiecomité van de EIB van 14 februari 2012 waarbij een schema van verdienste is gedefinieerd dat een salarisverlies van 1 % inhoudt, welke besluiten zijn vervat in de salarisafrekeningen van april 2012, alsmede, in dezelfde mate, van alle besluiten die in de latere salarisafrekeningen zijn vervat;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling van het uit bovenvermelde besluiten van de raad van bestuur van de EIB van 13 december 2011 en van het directiecomité van de EIB van 14 februari 2012 voortvloeiende verschil in bezoldiging in vergelijking met de toepassing van de vroegere salarisregeling ; dit verschil in bezoldiging moet worden vermeerderd met vertragingsrente vanaf 12 april 2012 en, vervolgens, vanaf de 12e van elke maand tot aan de volledige vereffening, waarbij het rentepercentage moet worden vastgesteld op het niveau van het percentage van de ECB, vermeerderd met 3 punten;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling van een vergoeding voor de schade die is geleden wegens het verlies aan koopkracht, welke schade ex aequo et bono en voorlopig moet worden vastgesteld op 1,5 % van de maandelijkse bezoldiging van elke verzoeker;

verwijzing van de EIB in de kosten.