Language of document :

Arrest van het Gerecht van 16 september 2013 – Bank Kargoshaei e.a./Raad

(Zaak T-8/11)1

(„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid – Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie – Bevriezing van tegoeden – Motiveringsplicht – Rechten van verdediging – Recht op effectieve rechterlijke bescherming – Gewettigd vertrouwen – Heronderzoek van vastgestelde beperkende maatregelen – Beoordelingsfout – Gelijke behandeling – Rechtsgrondslag – Wezenlijke vormvoorschriften – Evenredigheid – Eigendomsrecht”)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Bank Kargoshaei (Teheran, Iran); Bank Melli Iran Investment Company (Teheran); Bank Melli Iran Printing and Publishing Company (Teheran); Cement Investment & Development Co. (Teheran); Mazandaran Cement Company (Teheran); Melli Agro-chemical Company (Teheran); en Shomal Cement Co. (Teheran) (vertegenwoordigers: aanvankelijk L. Defalque en S. Woog, vervolgens L. Defalque en C. Malherbe, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en R. Liudvinaviciute-Cordeiro, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Erlbacher en M. Konstantinidis, gemachtigden)

Voorwerp

Enerzijds een verzoek om gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2010/644/GBVB van de Raad van 25 oktober 2010 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 281, blz. 81), verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EG) nr. 423/2007 (PB L 281, blz. 1), besluit 2011/783/GBVB van de Raad van 1 december 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB (PB L 319, blz. 71), uitvoeringsverordening (EU) nr. 1245/2011 van de Raad van 1 december 2011 houdende uitvoering van verordening nr. 961/2010 (PB L 319, blz. 11), en verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1), en anderzijds een verzoek tot nietigverklaring van alle latere verordeningen of besluiten tot aanvulling of tot wijziging van een van de bestreden handelingen, die van kracht zijn op de datum waarop de mondelinge behandeling wordt gesloten

Dictum

Het beroep wordt verworpen.

De Raad van de Europese Unie zal zijn eigen kosten dragen alsook die van Bank Kargoshaei, Bank Melli Iran Investment Company, Bank Melli Iran Printing and Publishing Company, Cement Investment & Development Co., Mazandaran Cement Company, Melli Agro-chemical Company en Shomal Cement Co.

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen.

____________

____________

1     PB C 72 van 5.3.2011.