Beschikking van het Gerecht van 16 januari 2024 – Kaili/Parlement en Europees Openbaar Ministerie
(Zaak T-46/23)1
(„Beroep tot nietigverklaring – Institutioneel recht – Lid van het Parlement – Verzoek om opheffing van de parlementaire immuniteit door de Europese hoofdaanklager – Besluit van de voorzitter van het Parlement om dit verzoek aan het Parlement mee te delen en het naar de Commissie juridische zaken te verwijzen – Niet voor beroep vatbare handelingen – Niet-ontvankelijkheid”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Eva Kaili (Elsene, België) (vertegenwoordiger: S. Pappas, advocaat)
Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: N. Lorenz en A.-M. Dumbrăvan, gemachtigden), Europees Openbaar Ministerie (vertegenwoordigers: L. De Matteis, C. Charalambous, en E. Farhat, gemachtigden)
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU verzoekt verzoekster om nietigverklaring van, ten eerste, het verzoek van de Europese hoofdaanklager van 15 december 2022 om haar parlementaire immuniteit op te heffen en, ten tweede, het besluit van de voorzitter van het Parlement om dat verzoek aan het Parlement mee te delen en het naar de Commissie juridische zaken te verwijzen.
Dictum
Het beroep wordt verworpen.
Eva Kaili wordt verwezen in haar eigen kosten en in de kosten van het Europees Parlement en het Europees Openbaar Ministerie.
____________
1 PB C 112 van 27.3.2023.