Language of document :

Beroep ingesteld op 16 december 2009 - Völkl / BHIM - Marker Völkl (VÖLKL)

(Zaak T-504/09)

Taal van het verzoekschrift: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Völkl GmbH & Co. KG (Erding, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Raβmann, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Marker Völkl International GmbH (Baar, Zwitserland)

Conclusies

de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 30 september 2009 in procedure R 1387/2008-1 vernietigen;

de beslissing van de oppositieafdeling van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 31 juli 2008 inzake oppositie nr. B 1 003 153 vernietigen voor zover de oppositie werd toegewezen;

de oppositie afwijzen;

verweerder verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: verzoekster

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk "VÖLKL" voor waren van de klassen 3, 9, 18 en 25 (aanvraagnr. 4 403 705)

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: Marker Völkl International GmbH

Oppositiemerk of -teken: woordmerk "VÖLKL"(internationaal merk nr. 571 440) voor waren van de klassen 18, 25 en 28

Beslissing van de oppositieafdeling: gedeeltelijke toewijzing van de oppositie

Beslissing van de kamer van beroep: vernietiging van de beslissing van de oppositieafdeling met betrekking tot de vaststelling van verwarringsgevaar van de conflicterende tekens en terugverwijzing voor verdere afdoening naar de oppositieafdeling; verwerping van het beroep met betrekking tot de beslissing inzake het bewijs van gebruik op een wijze die de verkregen rechten in stand houdt

Aangevoerde middelen:

schending van het lijdelijkheidsbeginsel [artikel 74, lid 1, tweede volzin, van verordening (EG) nr. 40/941], doordat de kamer van beroep de zaak voor verdere afdoening naar de oppositieafdeling heeft terugverwezen met betrekking tot waren waartegen de oppositie helemaal niet was gericht;

schending van het verbod van reformatio in pejus, doordat de kamer van beroep de zaak niet had mogen terugverwijzen naar de oppositieafdeling voor de beoordeling met betrekking tot waren waarvoor de oppositieafdeling de inschrijving reeds had toegestaan;

schending van het recht om te worden gehoord (artikel 38, lid 3, en artikel 73, tweede volzin, van verordening nr. 40/94);

schending van artikel 15, lid 2, sub a, en artikel 43, leden 2 en 3, van verordening nr. 40/94 en van regel 22, lid 2, van verordening (EG) nr. 2868/952, doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft aangenomen dat het oppositiemerk is gebruikt op een wijze die de verkregen rechten in stand houdt.

____________

1 - Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB 1994, L 11, blz. 1).

2 - Verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 tot uitvoering van verordening nr. 40/94 (PB L 303, blz. 1).