Language of document :

Beroep ingesteld op 26 januari 2009 - Portugese Republiek / Commissie

(Zaak T-33/09)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Portugese Republiek (vertegenwoordigers: L. Inez Fernandes en J. A. de Oliveira, gemachtigden)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

primair, nietigverklaring van besluit C(2008) 7419 van 25 november 2008, waarbij de Commissie van de Portugese Republiek betaling vordert van de dwangsom waartoe laatstgenoemde werd veroordeeld bij arrest van het Hof van Justitie van 10 januari 2008 in zaak C-70/06, met ingang vanaf 10 januari 2008;

subsidiair, nietigverklaring van dit besluit voor zover het ook geldt voor de periode na 29 januari 2008;

verwijzing van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in alle kosten of, ingeval het Hof van Justitie het bedrag van de dwangsom zou verlagen, verwijzing van elke partij in haar eigen kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert krachtens artikel 230 EG nietigverklaring van het bestreden besluit op grond van schending door de Commissie van het EG-Verdrag en van de rechtsregels ter uitvoering van dit Verdrag.

Door van verzoekster betaling te vorderen van de dagelijkse dwangsom waartoe zij is veroordeeld door het Hof van Justitie in zaak C-70/06 voor de periode tussen 10 januari en 17 juli 2008, terwijl verzoekster de verplichting tot uitvoering van richtlijn 89/6651 reeds volledig was nagekomen, heeft de Commissie immers het EG-Verdrag en de rechtsregels ter uitvoering van dit Verdrag geschonden.

Op het tijdstip waarop het Hof van Justitie, op 10 januari 2008, zijn arrest in zaak C-70/06 wees, krachtens hetwelk verzoekster werd veroordeeld tot betaling van een dwangsom per dag vertraging in de uitvoering van de maatregelen die noodzakelijk waren om uitvoering te geven aan zijn arrest van 14 oktober 2004, Commissie/Portugal in zaak C-275/03, te weten intrekking van wetsdecreet nr. 48051 van 21 november 1967, volgens hetwelk de schadeloosstelling van personen die schade hebben geleden door een schending van het gemeenschapsrecht inzake publiekrechtelijke overeenkomsten of van de nationale uitvoeringsmaatregels, afhankelijk was gesteld van het bewijs van het bestaan van schuld of bedrog, had de Portugese Republiek wet nr. 67/2007 reeds goedgekeurd, waarbij voornoemd wetsdecreet werd ingetrokken en de nieuwe regeling inzake de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de Staat en van andere openbare organen werd goedgekeurd; dit wetsdecreet werd op 31 december 2007 bekendgemaakt in Diário da República 1a Série, nr. 251. Deze wet is dertig dagen na bekendmaking in werking getreden, zijnde op 30 januari 2008.

Op 4 januari 2008 heeft verzoekster het Hof van Justitie van dit feit op de hoogte gebracht en het Hof gevraagd een kopie van deze wet te voegen bij de procedurestukken in zaak C-70/06. Gelet op de gevorderde staat van de procedure, kon het Hof van Justitie echter geen rekening meer houden met dit feit en het heeft op 10 januari 2008 zijn arrest gewezen.

Verzoekster is van mening dat het verzoek tot betaling van de dwangsom bijgevolg enkel kan slaan op de periode tot 9 januari 2008 of hooguit tot 29 januari 2008, aangezien de datum van inwerkingtreding van wet nr. 67/2007 niet samenvalt met de datum van bekendmaking ervan. Het verzoek van de Commissie is derhalve volledig ongegrond voor zover het perioden na deze data betreft.

____________

1 - Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395, blz. 33).