Language of document :

Beroep ingesteld op 20 december 2013 – Bilbaína de Alquitranes e.a / Commissie

(Zaak T-689/13)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Bilbaína de Alquitranes, SA (Luchana-Baracaldo, Vizcaya, Spanje); Deza, a.s. (Valašské Meziříčí, Tsjechische Republiek); Industrial Química del Nalón, SA (Oviedo, Spanje); Koppers Denmark A/S (Nyborg, Denemarken); Koppers UK Ltd (Scunthorpe, Verenigd Koninkrijk); Koppers Netherlands BV (Uithoorn, Nederland); Rütgers basic aromatics GmbH (Castrop-Rauxel, Duitsland); Rütgers Belgium NV (Zelzate, België); Rütgers Poland Sp. z o.o. (Kędzierzyn-Koźle, Polen); Bawtry Carbon International Ltd (Doncaster, Verenigd Koninkrijk); Grupo Ferroatlántica, SA (Madrid, Spanje); SGL Carbon GmbH (Meitingen, Duitsland); SGL Carbon GmbH (Bad Goisern am Hallstättersee, Oostenrijk); SGL Carbon (Passy, Frankrijk); SGL Carbon, SA (La Coruña, Spanje); SGL Carbon Polska S.A. (Racibórz, Polen) en ThyssenKrupp Steel Europe AG (Duisburg, Duitland) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en C. Mereu, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

de bestreden handeling nietig verklaren voor zover daarbij CTPHT wordt ingedeeld onder H400 en H410;

de Commissie verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters vorderen gedeeltelijke nietigverklaring van verordening (EU) nr. 944/2013 van de Commissie van 2 oktober 2013 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (hierna: „CLP-verordening”), met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang (PB L 261, blz. 5), voor zover daarbij pek, koolteer, hoge temperatuur CAS-nummer 65996-93-2 (pitch, coal tar, high temp; hierna: „CTPHT”) wordt ingedeeld als Aquatic Acute 1 (H400) en Aquatic Chronic 1 (H410) (hierna: „bestreden handeling”).

Ter ondersteuning van haar beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.

De bestreden handeling is onrechtmatig wegens schending van de REACH- en CLP-bepalingen met betrekking tot de indeling van stoffen als toxisch voor het aquatisch milieu en de studies die daartoe moeten worden aanvaard, alsmede wegens schending van het beginsel van gelijke behandeling, voor zover daarbij studies werden verworpen die werden uitgevoerd overeenkomstig REACH- en OESO-richtlijnen en tests werden vereist die niet op een aanvaarde gestandaardiseerde methode berusten.

De bestreden handeling is onrechtmatig daar deze blijk geeft van een kennelijk onjuiste beoordeling door geen rekening te houden met de inerte inherente eigenschappen van CTPHT die duidelijk een aanzienlijke invloed hebben op UV-licht tests en de toepassing van de sommatiemethode; daarbij werden M-factoren voor PAK-bestanddelen vastgesteld zonder een grondige beoordeling van de studies waarop werd gesteund, en door verzoeksters verstrekte informatie werd zonder geldige rechtvaardiging van de hand gewezen.

De bestreden handeling is onrechtmatig wegens schending van de Unierechtelijke beginselen van transparantie en rechten van verdediging.