Language of document :

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Korkein hallinto-oikeus (Finland) op 27 april 2021 – A

(Zaak C-270/21)

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Korkein hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: A

Andere partij in de procedure: Opetushallitus

Prejudiciële vragen

Moet artikel 3, lid 1, onder a), van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (hierna: „richtlijn beroepskwalificaties”), zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/55/EU1 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013, aldus worden uitgelegd dat als een gereglementeerd beroep moet worden aangemerkt een beroep waarvoor enerzijds de bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in een door de minister van onderwijs van een lidstaat vastgestelde verordening en de inhoud van de voor een kleuterleider vereiste pedagogische vaardigheden is geregeld in een beroepsnorm en in verband waarmee de lidstaat het beroep van kleuterleider heeft laten opnemen in de bij de Commissie ingestelde databank van gereglementeerde beroepen, maar waarbij, anderzijds, volgens de bewoordingen van de verordening betreffende de bekwaamheidseisen van dat beroep, de werkgever over een beoordelingsmarge beschikt om te beoordelen of aan de bekwaamheidseisen is voldaan, in het bijzonder wat het vereiste van pedagogische vaardigheden betreft, en de aard van het bewijs van het bestaan van pedagogische vaardigheden noch in de betrokken verordening noch in andere wetten, verordeningen of bestuursrechtelijke bepalingen is geregeld?

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord: Kan een door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong afgegeven getuigschrift dat betrekking heeft op een beroepskwalificatie en voor de verkrijging waarvan werkervaring in het betrokken beroep vereist is, worden aangemerkt als een bekwaamheidsattest of een andere opleidingstitel in de zin van artikel 13, lid 1, van de richtlijn beroepskwalificaties, wanneer de beroepservaring waarop het verstrekken van het getuigschrift berust, stamt uit de lidstaat van oorsprong uit een tijd waarin deze lidstaat een Socialistische Sovjetrepubliek was, en uit de ontvangende lidstaat, maar niet uit de lidstaat van oorsprong uit de tijd na de hernieuwde onafhankelijkheid?

Moet artikel 3, lid 3, van de richtlijn beroepskwalificaties aldus worden uitgelegd dat een beroepskwalificatie die is gebaseerd op een diploma dat is behaald aan een onderwijsinstelling op het geografische grondgebied van een lidstaat in een tijd waarin die lidstaat niet als onafhankelijke staat, maar als Socialistische Sovjetrepubliek bestond, alsmede op beroepservaring die op grond van dit diploma in de betrokken Socialistische Sovjetrepubliek is verworven vóór de hernieuwde onafhankelijkheid van de lidstaat, moet worden beschouwd als een in een derde land verworven beroepskwalificatie, zodat voor een beroep op deze beroepskwalificatie een aanvullende beroepservaring van drie jaar in de lidstaat van oorsprong uit de periode na diens hernieuwde onafhankelijkheid vereist is?

____________

1 Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt („de IMI-verordening”) (PB 2013, L 354, blz. 132).