Arrest van het Gerecht van 20 december 2023 – EIB/Syrië
(Zaak T-465/22)1
(„Arbitragebeding – Leningsovereenkomst voor een project voor de aanleg van een weg van hoge kwaliteit in een derde land – Niet-uitvoering van de overeenkomst – Terugbetaling van voorschotten – Vertragingsrente – Verstekprocedure”)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Europese Investeringsbank (vertegenwoordigers: T. Gilliams, R. Stuart en F. Oxangoiti Briones, gemachtigden, bijgestaan door D. Arts en E. Paredis, advocaten)
Verwerende partij: Arabische Republiek Syrië
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 272 VWEU vordert de Europese Investeringsbank (EIB) de veroordeling van de Arabische Republiek Syrië tot betaling aan haar van 233 051,96 EUR, vermeerderd met rente, uit hoofde van leningsovereenkomst nr. 60136 voor een project voor de aanleg van een weg van hoge kwaliteit tussen Aleppo (Syrië) en Tall Kochak (Irak).
Dictum
De Arabische Republiek Syrië wordt veroordeeld tot terugbetaling aan de Europese Investeringsbank van 233 051,96 EUR, zijnde de hoofdsom en de op 30 juni 2022 vervallen contractuele en vertragingsrente.
Over het bedrag van 200 900,30 EUR, zijnde de hoofdsom, wordt vertragingsrente berekend, namelijk de jaarlijkse rente van 3,5 %, en dit vanaf 30 juni 2022 tot de datum van betaling.
De Arabische Republiek Syrië wordt verwezen in de kosten.
____________
1 PB C 359 van 19.9.2022.